De bloemen van Georgia O’Keeffe, vanuit een ander perspectief bekeken

Al sinds ze haar reeks voor het eerst aan het publiek toonde, zowat een eeuw geleden, wordt in de bloemen van Georgia O’Keeffe een seksuele symboliek toegedicht. Zelf bleef ze steevast ontkennen dat dit haar bedoeling was, waardoor de overwegend mannelijke kliek van kunstcritici dan maar zinspeelden op onderliggende onbewuste driften om de sensualiteit in de beelden te duiden. Nog los van het feit dat, om in Freudiaanse terminologie te blijven, er hier evengoed sprake kan zijn van overdracht, speelt er onderhuids iets veel vicieuzer in de halsstarrigheid met dewelke ze op dit dwaalspoor bleven, en blijven. 

Alles wat vrouwen schilderden moest noodwendig over niets anders kunnen gaan dan hun vrouwelijkheid. Vrouwelijke kunstenaars werd door de mannelijke kijker de intentie ontnomen ooit over iets anders te kunnen schilderen, of om andere redenen, bijvoorbeeld om hun blik op de wereld of op de mensheid uit te drukken, los van hun persoonlijke beleving. Door deze vernauwende benadering van vrouwelijke kunstenaars ontneemt ons -ook nu nog- vaak een goed begrip van de werkelijke waarde en betekenis van hun werk.

Zelf beweerde O’Keeffe dat ze eenvoudigweg de bloem wou schilderen, haar tonen zoals ze is. Niets meer, niets minder. Maar zelfs met dit uitgangspunt openen zich volgens de Franse kunsthistorica Estelle Zhong Mangual geheel nieuwe manieren om naar de bloemen van O’Keeffe te kijken.

Mede dankzij haar samenwerking met de natuurfilosoof Baptiste Morizot ontwikkelt Zhong Mengual doorheen haar werk een soort ‘natuurhistorische’ manier om naar een kunstwerk te kijken. Het is een hoogst originele techniek, voor zover je dit woord in deze context kan gebruiken, om een kunstwerk te ‘lezen’, die ze in het boek Peindre au corps à corps toepast op de reeks bloemen van Georgia O’Keeffe.

Wat Zhong Mengual voorstelt is om de bloemen van O’Keefe te bekijken vanuit het perspectief van een ‘anders-levende.’ Voor ons, de mens, is een bloem een detail in de overweldigende massa aan visuele prikkels die ons continu tegemoet treden, maar voor bijvoorbeeld bestuivers als bijen, insecten of vogels ligt in de bloem een hele wereld vervat: “Suggérer que les fleurs sont trop petites pour que nous les voyions, c’est ouvrir la porte à une perspective autre qu’humaine: car cela implique en creux l’existence d’un monde où elles sont à la bonne echelle.”

De invalshoek waarmee O’Keeffe de bloemen waarneemt en schildert is, bewust of -heel waarschijnlijk- onbewust, deze van de bestuiver. Je merkt het aan de uitnodigende kern van de bloem die vaal centraal staat, de positie van de bladen die als een landingsbaan dienen voor de insecten, of de overweldiging van de kleuren die er niet zozeer op uit zijn om het menselijk oog te strelen, maar dat van de kleinere dieren volledig in te palmen. Ook het feit dat de eclatante kleuren het hele doek tot buiten de grenzen ervan innemen, ziet Zhong Mengual als een teken van dit unieke perspectief.

Dit is minder vrijblijvend dan op het eerste gezicht lijkt. De symbiose tussen de bloem en haar bestuiver is het resultaat van miljoenen jaren co-evolutie, waardoor beide volstrekt en ondubbelzinnig op elkaar zijn afgestemd en van elkaar leven. “La fleur n’est pas un détail d’un monde plus vaste (…) la fleur fait monde à elle toute seule,” schrijft ze. Voor de bestuiver dient de bloem als levensbron, als schuilplaats, als weg en als bestemming. Elke bloem is een wereld op zich, vanuit het perspectief van een bestuiver.

In dezelfde adem zou het de subtiele aantrekkingskracht verklaren die de bloem op de mens uitoefent. Dit zou, zo bekeken, niet zomaar het resultaat zijn van een esthetische voorkeur of gevoeligheid, maar van een gemeenschappelijke weg die we hebben afgelegd ergens miljoenen generaties terug, wanneer de bloem en andere levende organismes in elkaars evolutietraject verwikkeld geraakten. Hoewel we andere paden insloegen, zou iets van deze gezamenlijk afgelegde ontwikkeling, wanneer levende wezens nog schuw elkaars mogelijkheden aftastten, zijn nagebleven.

Vermoedelijk was het nooit O’Keeffes bedoeling om vanuit dit perspectief de bloem te schilderen, maar dat hoeft niet eens. Door ‘gewoon’ de bloem te willen schilderen, in haar naakte essentie en betekenis, kwam ze van nature tot dit perspectief.

Het is een theorie, wel te verstaan. Estelle Zhong Mengual beweert hier ook niet de sleutel te hebben tot het werk van O’Keeffe. Daarvoor zijn de beweegredenen en de ware volutie van een persoon veel te complex. Maar met deze theorie biedt de kunsthistorica wel een boeiende aanvulling op de manier waarop we naar het werk van O’Keeffe kunnen kijken, en bij uitbreiding zowel kunst als de wereld zelf kunnen beleven…

Peindre au corps à corps: Les fleurs et Georgia O’Keeffe 

Estelle Zhong Mengual

98p. Editions Actes Sud
ISBN-10 ‏ : ‎ 2330163681

Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op