‘Museumbezoeking’ – maar eerst de shop binnen

Eerder toevallig, maar toch niet in een museumshop ontdekte ik het boek ‘Museumbezoeking. Waarom wij naar musea gaan?’ van Pauline Slot. Met een achtergrond als romanschrijfster brengt ze een heel vlot leesbaar boek over haar vele museumbezoeken. Humor en enthousiasme temperen ruimschoots haar frustraties, wat ervoor zorgt dat je als lezer meegezogen worden in haar rijke ervaring als fervent museumbezoekster.

Geen enkel detail blijft ongezien en bijgevolg onbesproken, of het nu in Modern Tate in London is of in een klein regionaal museum in Nederland. Wereldwijd heeft ze zich laten leiden door tentoonstellingen, gebouwen en bezoekers. ‘In het museum worden we geacht even boven onszelf uit te stijgen (en de plafonds zijn er hoog genoeg voor), maar tegelijk blijven we gebonden aan het aardse, het platvloerse, het visgraatparket.’ Het weerhoudt haar niet om op zoek te gaan naar de ultieme beleving. Daar moet je wel iets voor over hebben. Teveel bezoekers (‘achterhoofden’), teveel poespas om binnen te geraken, teveel moderne technieken om de bezoeker tot reactie te bewegen en zo danig in de weg dreigen te staan van de echte kunstwerken. Hoewel de gebouwen ontegensprekelijk verleiders zijn, vindt Slot het toch maar niks dat er soms teveel geld naar het gebouw gaat in plaats van naar de kunst. Bovendien moeten collecties ook nog eens wijken voor allerlei nevenactiviteiten.

Het toppunt van de zoektocht naar extra inkomsten is de museumshop. In sommige gevallen kan je er helemaal niet om heen: omdat je traject daar begint, terwijl je wacht om binnen te mogen, of omdat je enkel via de shop weer buiten geraakt. Haar analyse is scherp wanneer ze erop wijst dat de winkel ‘gaandeweg een warenhuis (wordt) waarin de wereld te ver doordringt’ en het er vol ligt met allerlei prullaria die geen enkele toegevoegde waarde bieden, zoals een Van Gogh-pop met afneembaar oor. Erger kan het niet als je ook nog eens verwacht wordt je eigen souvenirs te maken. Voor ansichtkaarten is ze dan weer mild, wat me deed denken aan Alain de Botton in Art as Therapy: ‘the encounter we have with the postcard may be deeper, more perceptive and more valuable to us. (…) It feels safe and acceptable to pin it on a wall, throw it away or scribble on it, and by being able to behave so casually around it, our responses come alive, (…) we take real ownership of the object.’

Het boek eindigt met een wishlist waar elke bezoeker zich gemakkelijk in kan vinden en waar de museumprofessionals hopelijk ook iets uit leren. Kort samengevat enkele punten: Wees een vrijplaats (‘Het museum moet in de wereld staan, maar niet te veel van de wereld worden.’), Smijt geld over de balk (‘Doe niet opeens alsof bij musea elke cent welbesteed moet zijn. Niemand weet wat dat betekent als het om cultuur gaat’), Durf het woord te nemen (‘En als musea interactie willen stimuleren, doe het dan goed. Bedenk frisse manieren om de bezoekers zeggenschap te geven, ze werkelijk met elkaar in gesprek te brengen, werkelijk met hen te praten.’) en Vertrouw op de kracht van echt (‘Die ligt primair in het tonen van unieke objecten,(…) en in de niet te overschatten waarde van sociaal verkeer in een omgeving die (…) en van ons allemaal is’). Na het lezen van dit boek, wordt een bezoek aan het museum in elk geval niet meer als voorheen.

Pauline Lot, Museumbezoeking
de Arbeiderspers

ISBN: 9789029539289 
224 pagina’s

Author: Marc Mestdagh

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op