Praten met Michel Vaerewijck is als reizen door tijd en ruimte. Na een paar uur gesprek in zijn atelier ziet de buitenwereld er plots onwerkelijk uit. Auto’s razen voorbij, forenzen volharden in hun haastige tred. Ik sta verstild aan de zijlijn, doordrongen van de dimensies die Vaerewijck via zijn werk tracht te genaken. Hij reikt tussen de mazen van wat tastbaar en zichtbaar is, zo overtuigd dat het lijkt alsof de werkelijke essentie van ons mens-zijn zich precies daar afspeelt.
U vraagt zich nu misschien af: hebben we hier te maken met een filosoof? Een psycholoog misschien? Een alchemist of mysticus? Een vreemdsoortige wichelaar? Allicht is Vaerewijck wat van dit alles, maar in de eerste plaats fotograaf. Of nauwkeuriger: fotografie is het voornaamste medium via hetwelk zijn vele fascinaties, onderzoeksvragen en bevindingen een uitweg vinden. Gestut door een wetenschappelijke honger, die zowel de technieken behelst die hij hanteert als de onderwerpen zelf.
“Samen met mijn dochter zou ik graag wiskunde gaan studeren. Want wiskunde is de basis van alles, zelfs van hoe een foton, een ‘klontertje energie’, weerkaatst wordt door een lichaam en zo een fotografisch beeld teweegbrengt. In de digitale fotografie worden die lichtgolven ontbonden in codes, in de analoge fotografie kristalliseren ze in de materie. Daarom werk ik liever met analoge fotografie, en nog het liefst via het collodiumprocedé. Hierbij dompel ik een metaalplaat onder in collodium en zilvernitraat om deze daarna, terwijl het nog nat is, bloot te stellen aan licht en ultravioletlicht met mijn camera obscura.”
Niet bang voor de dood
Vaerewijck heeft een jarenlange expertise als lifestylefotograaf. Maar iets bleef knagen: hij wou zelf nieuwe dingen creëren, uit het niets. Slechts dan zou hij voldoening vinden. Dus toen hij aanvoelde dat de printmedia wat minder zouden gaan floreren, bouwde hij stilletjes een reputatie als kunstfotograaf op. Een trage fotograaf, met een voorliefde voor lange sluitertijden en oude materialen. Pas veel later ontdekte hij dat fotografie als een rode draad doorheen zijn familiegeschiedenis loopt. Uit een persoonlijk schatkistje, gevonden op zolder bij zijn grootvader, diept hij de ene na de andere curieuze, vergeelde of half verweerde familiefoto op, zelfs een aantal daguerreotypes. Wat verder in zijn atelier bekijken we twee levensgrote foto’s van zijn betovergrootouders. Ze lijken te leven, zijn zo aanwezig dat je als kijker niet te dichtbij durft te komen.
Praten met deze fotograaf is bliksemsnel het pad van de smalltalk verlaten. We zijn amper gezeten of daar is al de meest essentiële hamvraag: waar het om gaat in dit leven? Vaerewijck schiet meteen raak: “De dood omarmen en de weg ernaartoe zo aangenaam en boeiend mogelijk maken.” Zelf heeft hij weinig moeite met het sterven, mede daarom ziet hij het werken met giftige materialen niet als een probleem. “Wij hebben de dood gedemoniseerd, maar het kan iets heel moois zijn. Waarom zou je willen blijven leven als je stilaan al je mogelijkheden en vrijheden verliest?” Wanneer ik vraag of zijn dood dan niet vreselijk zou zijn voor zijn naasten die achterblijven, pareert hij dat meteen met: “Uiteraard wel, maar ik vraag me ook af: is dat geen egoïstische stelling? Mijn grootste objectief wat betreft mijn kind is: zorgen dat ze een zelfstandig, zelfredzaam wezen is, dat ze stevig in het leven kan staan, ook zonder mij.”
Kunst is ersatz
Het woord is eruit: het kind. Zijn dochter, naar eigen zeggen de zon die opkwam in zijn leven. Het is het moment in het interview waarop zijn gemoed volschiet. Om de mooie intense connectie die hij met haar heeft, de mooiste die hij ooit met iemand heeft gehad. Om de rijkdom die ze bracht in zijn leven. Een leven dat hij voor haar voor een deel omgooide. “Er is niets wat dit kan overstijgen, zelfs de kunst niet. Onze opdracht hier op aarde is de golf van voortdurende verandering aansturen en laten voortduren. Alles is steeds in beweging. Ik ben zelf slechts een tijdelijke verandering in een geheel van veranderingen. Hoe kan je zorgen dat het creëren doorgaat? Daar heeft de natuur voor gezorgd, want er is maar één manier waarop dit met stellige zekerheid kan: een kind op de wereld zetten. Kunst verzinkt daarbij in het niets. Het is slechts ersatz.”
Een boude stelling voor iemand die van tijd tot tijd zichtbaar noodzakelijk zijn toevlucht neemt tot kunst. Voor iemand die duidelijk in zijn werk reikt naar de eeuwigheid, naar de oneindigheid, voorbij de vergankelijkheid. Schoorvoetend geeft hij het toe: “Ook in fotografie zoek ik hoe die golf kan worden doorgegeven. Alles is energie. Wat ik betracht is die energie weer te geven op de gevoelige plaat. Het materialiseren van het efemere, het zichtbaar maken van het onzichtbare.”
Hier gaat een heel proces aan vooraf, dat begint met het moment waarop het model in zijn wagen stapt. Op het gemak stellen, is een belangrijk devies. En dan praten, indien nodig urenlang. Allesbehalve een erotische spanning mag er heersen in de studio, want dat zou beiden afleiden van waar het in essentie om draait: een kanaal openzetten, het zoeken naar emotionele resonantie tussen model en fotograaf, naar plekken waar er een overlap is in beider gemoedstoestand en geschiedenis. Gedeelde kwetsuren, herkenbare verlangens, een ontmoeting op louter energetisch vlak.
Energetische imprints
“Mensen die hier komen moeten bereid zijn tot geven”, zegt Vaerewijck. “Zelf intervenieer ik amper, ik laat het gebeuren, ik geef weinig tot geen instructies. Ik wil dat die persoon zelf en alle bijhorende emoties van het moment op de plaat komen te staan, en dat kan enkel door zelf op de achtergrond te blijven. Modellen komen in een soort trance, ze gaan hangen in hun pezen in plaats van te steunen op hun spieren. Ik sta met mijn rug naar hen en druk op de timer. Ik kijk niet naar wat ik fotografeer. Zowat altijd is het resultaat een verrassing, en dan is het goed.”
“Met elk beeld heb ik een dubbele bedoeling: de energie, het gereflecteerde licht van het model opslaan, waarbij het zilver fungeert als een soort batterij – een rechtstreekse verbinding tussen het onderwerp en de plaat, en ten tweede zorgen dat er een overdracht ontstaat tussen de plaat en de kijker, dat die energie uitstraalt en voelbaar is voor wie de tijd neemt het beeld goed te bekijken.”
Hierdoor komt het dat zijn beelden eruitzien als foto’s, maar het in feite niet zijn. Het zijn een soort schimmen, geesten, mentale afbeeldingen nadat iemand is verdwenen, energetische imprints in de ruimte, in het elektromagnetische veld. Zelf legt Vaerewijck het zo uit: “Als ik een brief van mijn overgrootvader lees, geschreven met pen en inkt, dan zit in die materie een restje energie van hem, in elke krul en elke plek waar hij harder drukte op het papier. Het is een extra dimensie die je nooit zou krijgen als dezelfde tekst op een computer werd getikt. Op dezelfde manier vind je in mijn foto’s een restje energie van het model, dat voor altijd opgeslagen zal blijven, hoe beperkt ook. Een plaat blijft voor altijd een traag levend ding.”
Vonkjes van menselijke schoonheid
Dat hij dankbaar is om wat zijn modellen hem geven, zegt hij. En dat hij hoopt met zijn beelden hen iets terug te geven. Het liefst zijn het geen professionele modellen of acteurs, omdat hij mikt op spontaneïteit en authenticiteit. De precaire sfeer die hij creëert in zijn atelier is geen evidentie. Soms lukt het niet met een model, bereiken ze samen niet de benodigde concentratie. Dan breekt hij node de samenwerking af.
Heel vaak, eigenlijk bijna altijd, zie ik vrouwen verschijnen op zijn platen. Ik pols naar het waarom: “Omdat dit soort gesprekken, zoals wij hier nu ook hebben, heel moeilijk zijn onder mannen. Kwetsbaarheid, introspectie, naar de essentie durven te gaan, beschermende lagen en schaamte afleggen, dat kunnen vrouwen gewoon vlotter. En die beweging is absoluut noodzakelijk om tot de juiste mindset te komen.”
Hij houdt van het licht, maar misschien nog meer van de donkere plekken in het energetische veld van de ander. Daar waar zaken besloten liggen die het daglicht niet mogen zien, brandplekken waar schuld of schaamte op rusten. Hierover maakte hij de performance WE NEED LARGER ANTENNAE – een installatie waarmee hij boodschappen van menselijkheid de ruimte in stuurt. Als een soort biechtvader richt hij zich tot zijn publiek: waarover heb je spijt? Wat had je achteraf gezien anders willen doen in je leven? Wie wil mag dit – vrijwillig en indien gewenst anoniem – op een kaartje schrijven, waarna Vaerewijck het in morsecode omzet en verzendt via golven die buiten de planeet dragen. Als een steentje dat in het water wordt gegooid, met kringen die steeds verder uitdijen en ergens ver weg, in ongekende gebieden, een vlindereffect veroorzaakt.
“Zowel voor mij als voor de deelnemers werkt dit als een catharsis. Ik heb ook domme dingen gedaan in mijn leven, maar weet ook hoe subliem het moment van inzicht en schuldbewustzijn kan zijn. Dat wil ik mijn publiek schenken, een plotse lichtstraal op een plek waar een lading op zit, een gedeeltelijke bevrijding, op een leuke symbolische manier.” Vonkjes van menselijke schoonheid, noemt hij ze zelf, deze intieme confessies, die soms zeer aangrijpend zijn. Ook zijn foto’s zien wij als pulsen, als korte piekmanifestaties van menselijke schoonheid, zij het voorbij het concreet waarneembare. Het zijn breekbare getuigenissen uit het intrigerende rijk dat net voorbij onze zintuigen ligt.
Michel Vaerewijck nodigt je uit tot zijn project ‘WE NEED LARGER ANTENNAE’. Stuur hem per post een bericht voor het universum (adres bij ‘contact’ op zijn website). Dat mag anoniem, zolang het uit en van jezelf is. Ze worden verstuurd via zijn Radio Lab en laten een beeldend spoor na, in de vorm van subtiel werk op papier. De sleutel tot ontcijfering zit in je hart.
Klik hier voor De website van Michel Vaerewijck
Foto: Sigrid Spinnox
- Selina De Maeyer, schilderen met licht, met het Licht - juni 15, 2024
- Eéndagsexpo: Jet de Kort toont recent werk bij SECONDroom - mei 18, 2024
- Bottelare toont kunst in mooie tuinen - mei 4, 2024