Opmerkelijk toch hoeveel kunstenaars gefascineerd zijn door architectuur, en deze op talrijke manieren verwerken in hun kunst. Nu, architectuur is ook een vorm van kunst, en een met ontegensprekelijk een directere, misschien grotere impact op de samenleving.
Een verzamelaar wees me onlangs op het werk van Jan Puttevils, die een heel specifieke fascinatie heeft voor hele steden die door een enkele architect werden bedacht, en uitgevoerd. Die interesse koestert hij al lang. Als kind tekende hij, in plaats van huiswerk te maken, ingebeelde, complexe gebouwen die hij met een rode balpen nadien ‘opbrandde’. Uitstelgedrag, ofte procrastinatie. Jaren erna pakt hij de draad weer op in een reeks collages, die hij ‘Procrastination’ doopt.
“Procrastination is een ode aan de architectuur van steden die als een totaalconcept, een utopie, ontsproten zijn uit het brein van architecten, politici, bouwheren. Deze steden hebben een doordachte structuur, een eigen vormentaal, de signatuur van de architect, een eigen karakter dat hen één maakt. Ze zijn een vermaterialisering van een toekomstvisie, een hoopvolle droom, die op sommige vlakken slaagt, maar vaak ook faalt. En nu vorm ik die utopische constructies om tot nieuwe futuristische ruimteschepen die op hun beurt ook niet mogelijk zijn en toch een schijn van werkelijkheid in zich hebben”, aldus de kunstenaar.

Het is een proces waar hij soms maandenlang aan werkt: “Het proces, het opbouwen van deze collages, is een minutieus werkje van lange adem. Het is daarmee ook een hommage aan de ‘traagheid’, de nauwkeurigheid, de doordachtheid van architectuur: een lang proces dat van idee tot executie veel jaren vraagt, soms decennia, en dan door de bewoners wordt beleefd. Dat trage proces, soms plezierig, soms zenuwslopend, vaak verrassend, soms heel snel, vindt de kijker ook terug in Procrastination.”

Wanneer kunstenaars, net als architecten, tot doel hebben om een eigen realiteit te scheppen, vormt Puttevils alleszins een lichtend voorbeeld.

Trackbacks/Pingbacks