Als kunstenaars al eens de toekomst durven te voorspellen, dan oogt deze toekomst te oordelen naar het nochtans kleurrijke werk van William Sweetlove eerder somber. Zijn gekloonde, uit gerecycleerd materiaal geschapen dieren allerhande dragen ondanks hun speelse voorkomen dan ook een prangende boodschap, een verwittiging voor de gevolgen van de opwarming van de aarde, de teloorgang van de biodiversiteit en onze onaflatende consumptiedrang.
In Sweetlove’s wereld leven pinguïns aan de evenaar, hebben dieren een petfles op de rug gegespt – het drinkbaar water raakt langzamerhand op is de boodschap-, overleven mensen eerder dan leven en houden wolven de wacht aan het strand. De boodschap is duidelijk. Het helpt om zo’n boodschap over te brengen als je kunst maakt met een hoog iconisch en (dus) herkenbaar gehalte. De diertjes zijn dan ook de wereld een aantal keer rondgegaan om hun publiek te verrassen, te charmeren en hopelijk tot nadenken te stimuleren. Of ze hiermee hun doel bereiken is niet zeker, maar baat het niet, …
De Italiaanse kunstcriticus Achille Bonito Oliva heeft het over Sweetlove als een nihilist in de Nietzscheaanse zin, iemand die geen centraal referentiepunt meer heeft en hierdoor de volle vrijheid geniet om zich mentaal te verplaatsen naar onbekend (en dus leeg, vandaar het nihilisme) gebied. Het is deze fundamentele vrijheid die het werk van Sweetlove misschien wel het beste typeert. Dat merk je zeker in zijn vroegere werk uit de jaren 70-80, waar geen enkele creatieve grens hem lijkt te deren. “A free artist is a good artist’, zegt hij ergens in een interview. Een statement die kan tellen.
Maar waar het vroege werk boodschaploos, of tenminste vrijblijvend leek, heeft Sweetlove’s aandacht voor de milieuproblematiek sinds de jaren na de eeuwwisseling een richting gegeven aan zijn werk, een gewicht. Een consequente boodschap en een al even consequente boodschapper. Dat Sweetlove dieren gebruikt om de boodschap over te brengen is overigens niet toevallig, het heeft een diepere culturele achtergrond, zo weet kunsthistorica Wendy M. Blazie:
These seemingly simple sculptures help us bridge the artificial division between the harsh realities of biological science and the artificial constructs of human behavior. Sweetlove’s animals draw on popular culture to build that bridge. We are conditioned since childhood to react and sympathize with animals. From popular children’s books to television shows, we have grown up with anthropomorphized animal characters to teach life’s lessons. Sweetlove’s animals are the perfect spokespersons for our environmental problems, biodiversity and sustainability.
In essentie blijft het dus pop-art. Sweetlove gebruikt beelden uit de populaire media als een manier om kritiek te uiten tegen datzelfde onderliggende systeem. Ik stel me vaak de vraag of pop-art nog wel zin heeft in de hedendaagse kunst (dat had het zeker wel in de jaren 60, maar de centrale idee is intussen al uitgemolken lijkt me), maar als het zoals bij Sweetlove een geweten schopt, dan heb ik er alvast geen moeite mee.
Hoe kwam ik trouwens bij Sweetlove terecht? Ah, juist. Onlangs verscheen het boek ‘William Sweetlove’s Muse’, een kanjer met een overzicht van het oeuvre van de kunstenaar, van de vroege jaren ’70 tot zijn recente projecten in 2016. Het biedt een heerlijke inkijk in het denkproces en de evolutie van Sweetlove, in zijn brein, zou je kunnen stellen. Het vormt nagenoeg een handboek voor de vrije, onbegrensde geest. Een aanrader!
Het boek, dat in 2000 exemplaren is uitgegeven, komt in een box met een kunstwerk van Sweetlove in 10 verschillende kleuren. De die-hard fans zullen het boek dus 10 keer moeten kopen vrees ik…