Broken Road: de ‘continental shift’ in het werk van Koen van den Broek

Liefhebbers van het werk van schilder Koen van den Broek (Bree, 1973) mogen niet klagen: in oktober vorig jaar werden ze verwend met de kolossale monografie Out of Place van de gerenommeerde Britse kunsthistoricus John C. Welchman. De kanjer van maar liefst 527 pagina’s – een uitgave van MER. Borgerhoff & Lamberigts – biedt een overzicht van Van den Broeks oeuvre van de voorbije vijfentwintig jaar. In dezelfde periode, van 30 september tot 21 oktober 2023, stelde de kunstenaar onder de titel The Real World schilderijen tentoon – weliswaar alleen te zien in een online viewing room – in de Brusselse Galerie Greta Meert, die zijn werk in België vertegenwoordigt.

Koerswijziging

Sinds 1 maart loopt er in het Antwerpse M HKA ook een solotentoonstelling van Van den Broek, getiteld Out of Place, naar de gelijknamige monografie. Op zondag 24 maart, tijdens de finissage, geeft Welchman een lezing over de kunstenaar en over de lijvige studie die hij aan hem wijdde. Na afloop is een signeersessie voorzien met kunstenaar en auteur. In het Ludwig Museum in het Duitse Koblenz vindt dan weer sinds 25 februari een overzichtstentoonstelling van Van den Broeks werk plaats onder de titel Of(f) Road. Ze duurt nog tot 21 april. Eerder was die expo in een lichtjes andere versie ook al te zien in het Duitse Kunstmuseum Magdeburg, en dat van 15 oktober 2023 tot 4 februari 2024. Het is de eerste keer dat een dwarsdoorsnede van Van den Broeks werk te zien was/is in Duitse musea.

En om in Duitsland te blijven: nog tot 6 april kan je in de Keulense Philipp von Rosen Galerie, die Van den Broeks werk vertegenwoordigt in Duitsland, onder de titel Broken Road eveneens een solotentoonstelling van de kunstenaar bezoeken. Het minste wat je dan ook kan zeggen is dat het pad van Van den Broek momenteel over rozen gaat. Daar komt nog bij dat zijn werk de afgelopen maanden een vrij radicale koerswijziging onderging, waarover hierna meer.

Cinemascope

Koen van den Broek kennen we als de kunstenaar die, gefascineerd door de Verenigde Staten in het algemeen en Californië in het bijzonder, schilderijen maakt op basis van zelf genomen polaroid- en iPhonefoto’s. Ze tonen snelwegen, viaducten, gebouwen, trucks, brede straten, stoepen, schaduwen en desolate landschappen die filmliefhebbers meteen doen denken aan Wim Wenders’ iconische film Paris, Texas. Decors van deinende hitte en smeltend licht waarin een fata morgana nooit ver weg lijkt.

Waarom Van den Broek zijn picturale heil hoofdzakelijk zoekt in de Verenigde staten, en dan bij voorkeur in het zonnige Californië, heeft te maken met een vraag waarmee hij eind jaren 90 – jaren voor zijn doorbraak – worstelde: wat nog te schilderen in deze tijd, waarin alles al is geschilderd op alle mogelijke manieren? Met de Europese kunstgeschiedenis in zijn achterzak trok Van den Broek naar het nog relatief jonge continent overseas om er op zoek te gaan naar onderwerpen die de adjectieven fris en authentiek rechtvaardigden. Wat hij er vond, zette hem op weg om de internationaal vermaarde kunstenaar te worden die hij nu is: ruimte, kleur en licht – elementen waarmee hij een beeldtaal creëerde die zijn schilderijen uit de duizend herkenbaar maken.

Filmstills

Van den Broeks schilderijen zijn thematisch onder te verdelen in twee categorieën: landschappen en (groot)stedelijke omgevingen. Zijn landschappen zijn veelal panoramisch en hebben veel weg van filmstills, versteende stukken werkelijkheid, schijnbaar lukraak gefotografeerd vanuit een auto of een vliegtuigraampje, of ergens langs de kant van de weg. Opmerkelijk eraan is dat er geen levende ziel in te bekennen valt. Ook al is hun beeldvlak van onder tot boven gevuld met natuurlijke elementen – bergen, rotsblokken, vegetatie –, het blijven in wezen ‘lege’ landschappen, zij het dat die leegte in elk schilderij opnieuw doorbroken wordt door sporen van menselijke aanwezigheid: een verlaten truck (Ghost Truck, 1999), een vat (Barrel, 2000), een waterreservoir (Reservoir, 2005).

Vaak worden Van den Broeks landschappen doorsneden door autowegen. Als lange linten van asfalt en beton meanderen ze door uitgestrekte vlakten. Maar autowegen verbinden ook steden, waarmee we aanbeland zijn bij het tweede thematische luik in Van den Broeks werk: de (groot)stedelijke omgeving, met alles wat die aan associaties oproept, zoals wolkenkrabbers, theaters, bioscopen, musea, kerken en parkeerterreinen.

Koen van den Broek, ‘King’, 2023, verkeersverf en teer op doek’
Koen van den Broek, ‘Firminy #2′, 2023, verkeersverf en teer op doek’
Courtesy of the artist and Philipp von Rosen Galerie – Photo © Simon Vogel

Plattegrond

Treffend aan Van den Broeks doeken met stedelijke omgevingen is dat ze abstracter ogen dan zijn landschappen. De oorzaak daarvan moet enerzijds gezocht worden in het feit dat de schilder in zijn snapshots van steden doorgaans geen herkenbare totaalbeelden weergeeft, maar inzoomt op onbetekenend lijkende details als stoepranden, verkeerslichten, roosters, betonnen stootranden en barsten in het straatoppervlak. Inzoomen wil zeggen: inperken en uitsluiten, ontdoen van context. En het is net die ontbrekende context die in deze doeken bijdraagt tot een abstrahering van het onderwerp. Als je inzoomt op een barst in de weg, dan zie je geen barst meer, maar alleen een grillig verlopende lijn. In de marge daarvan is het trouwens opvallend dat Van den Broek in zijn ‘stadsschilderijen’ vooral oog heeft voor onderwerpen die zich op straatniveau bevinden, zijn picturale blik met andere woorden voornamelijk richt op de grond, die daardoor tegelijkertijd ‘platte grond’ en ‘plattegrond’ wordt – een gegeven dat mooi aansluit bij zijn fascinatie voor architectuur.

Anderzijds heeft het niveau van abstractie in Van den Broeks stadsschilderijen te maken met zijn veelvuldig gebruik van schaduweffecten. Die donkere tinten of plekken leggen horizontale strepen en vlakken over zijn meestal kleurrijke, in fel Californisch zonlicht badende stoepranden, voetpaden, verkeerslichten en andere, opvallend vaak verticaal georiënteerde elementen in het straatbeeld. Omdat de voorwerpen waardoor die schaduwen worden afgeworpen zich grotendeels of zelfs helemaal buiten beeld bevinden, is het vaak raden naar de oorsprong ervan. Soms zijn de schaduwen zo grillig van vorm, en bestrijken ze een zo groot gedeelte van het beeldvlak, dat ze als het ware een afzonderlijke, abstracte entiteit vormen in een voor het overige figuratieve voorstelling. Die werkwijze maakt dat van deze minimalistisch aandoende taferelen op doek een onbehaaglijke, beklemmende sfeer uitgaat. Dat er ook hier, net als in Van den Broeks landschappen, geen sprake is van menselijke aanwezigheid, versterkt dat effect nog.

Continental shift

Vandaag schildert Koen van den Broek niet langer naar zelf genomen polaroids of iPhone-foto’s en gebruikt hij ook geen olieverf en penselen meer. Zijn werk onderging een ‘continental shift’. Hij bedient zich nu van materialen als teer en verkeersverf in verschillende kleuren: het wit van zebrapaden, het geel van stoepranden, het blauw van parkeerplekken, het rood van fietspaden. Producten waarvoor hij in de eerste de beste doe-het-zelfzaak terechtkan. Hij schildert niet meer naar de werkelijkheid zoals die zich voordoet op zijn foto’s van uitsneden van de realiteit, maar creëert een autonome werkelijkheid op doek, zonder tussenmedium en zonder dat de herkenbaarheid van zijn werk zoals we dat nu al vijfentwintig jaar kennen erdoor wordt aangetast. Nog steeds herken je er gekleurde stoepranden (curbs) en scheuren in het wegdek (cracks) in.

Sinds de kunstenaar een nieuwe, abstractere weg insloeg, volgde een onafzienbare hoeveelheid nieuwe werken. De omslag kwam er toen hij een tijdje in afzondering doorbracht in zijn atelier in Zuid-Korea, waar zijn werk vertegenwoordigd wordt door Gallery Baton in Seoul. Hij kwam er, duizenden kilometers verwijderd van zijn vertrouwde Antwerpse omgeving, in een soort existentiële crisis terecht en bevroeg er zijn picturale toekomst. Verder de ingeslagen weg bewandelen of een nieuwe weg inslaan? Midden in een nacht – de kunstenaar lijdt aan slapeloosheid – loste het dilemma zich plotseling op. Van den Broek: ‘Ineens flitste het door mijn hoofd: wat als ik nu eens de échte materialen zou gebruiken? Asfalt, teer, wegenverf. Het schilderij zou geen afspiegeling meer zijn van de realiteit, maar de realiteit zelf, in primaire materie. Ik zag het resultaat ook meteen voor mij, als in een visioen: de spatten en strepen van Jackson Pollock, gecombineerd met de kleurvlakken van Barnett Newman.’

Eenmaal terug in België ging hij aan de slag. Zijn werk, vond hij, moest nog meer ontdaan worden van al wat overbodig was, nog meer toegespitst op de essentie.

Koen van den Broek, ‘Broken Road #1′, 2023, verkeersverf en teer op doek’
Koen van den Broek, ‘Broken Road #3, 2023, verkeersverf en teer op doek’
Courtesy of the artist and Philipp von Rosen Galerie – Photo © Simon Vogel

Verfspuitkarretje

Waar Van den Broek voorheen zijn kleuren in olieverf mengde tot hij het gewenste resultaat bereikte, is dat nu onmogelijk geworden. De speciale verfsoorten voor weg- en andere markeringen laten zich immers niet mengen. De kunstenaar is daarnaast afhankelijk van het op de markt beschikbare kleurenpalet, te weten de drie primaire kleuren (rood, geel en blauw), groen en de niet-kleuren wit en zwart. In tegenstelling tot vroeger ‘schildert’ hij nu ook horizontaal. Dit wil zeggen dat hij met een verfspuitkarretje over zijn doeken rijdt. Teer, een kleverige massa waarmee het moeilijk werken is, brengt hij aan met een spatel. Net zo precies werken als vroeger, met borstels en penselen, kan dan ook niet langer: Van den Broek is nu grotendeels aangewezen op zijn intuïtie en gedeeltelijk afhankelijk van het toeval, wat tot onverwachte resultaten kan leiden.

Zijn nieuwe aanpak ten spijt zien Van den Broeks recente doeken er nochtans niet opmerkelijk anders uit dan vroeger. Wie vertrouwd is met zijn ouder werk, herkent er nog steeds zijn hand in. Alleen kijk je niet meer tegen beelden aan die ontleend zijn aan de werkelijkheid door middel van foto’s, maar tegen abstracte elementen. Maar de suggestie van vroeger werk blijft: je ziet nog steeds stoepranden die zich verticaal of haaks een weg banen door het beeldvlak, net als barsten in het wegdek. Ook de titels van Van den Broeks nieuwe werken corresponderen nog steeds met die van vroeger. Zo bijvoorbeeld Happy Morning, Social Distance, South Park en Stations Yellow.

Amerikaanse invloeden

Als we Van den Broeks nieuwe werken onder de loep nemen, dan vallen een aantal overeenkomsten op met het werk van enkele Amerikaanse schilders. Vreemd is dat niet, want Van den Broek heeft altijd een sterke affiniteit gehad met de kunstgeschiedenis, net als wat oudere, Vlaamse tijdgenoten van hem zoals Jan Van Imschoot en Sam Dillemans. Vooreerst is daar Helen Frankenthaler (1928-2011) met haar zogenoemde ‘stained canvases’, doeken waarop de verf en het canvas een onlosmakelijke eenheid lijken te vormen, in tegenstelling tot een ‘klassiek’ schilderij waarop met verf een voorstelling op doek wordt aangebracht. Ook Barnett Newman (1905-1970) mag een invloed heten op Van den Broeks recente werk. Kenmerkend voor zijn werkwijze was het radicaal reduceren van de vorm, waardoor grote egale vlakken in pure kleuren ontstonden.

Ten slotte moeten we ook Jackson Pollock (1912-1956) en zijn befaamde ‘drippings’ vermelden. Pollock gebruikte daarvoor eveneens pure kleuren die hij, staand op een ladder, aanbracht door een gat te boren in de onderkant van zijn  verfpotten. Door regelmatige bewegingen van zijn hand bracht hij zo een druipend kleurenpatroon aan op zijn op de grond liggende doeken, waarna hij hetzelfde deed met andere kleuren. Zo bouwde hij zijn schilderijen laag per laag op, een proces dat hij deels kon sturen en deels aan het toeval moest overlaten.

Sant in eigen land

Koen van den Broeks werk zag er altijd al Amerikaanser uit dan Amerikaans. Nu de kunstenaar een nieuwe fase in zijn kunstenaarschap is ingegaan, is dat – het bovenstaande in acht genomen – niet anders. De verwijzingen naar het zonnige Californië blijven impliciet aanwezig, tussen de lijnen zeg maar – een ervaring die vooral geldt voor wie al jaren vertrouwd is met het werk van de kunstenaar. Geen wonder dat hij in eigen land jarenlang relatief onbekend is gebleven, terwijl zijn naam in het buitenland vlotjes over de tong ging.

Laten we echter niet vergeten dat Van den Broek ook een product is van de Belgische kunstgeschiedenis, van de Vlaamse Primitieven tot Raoul De Keyser, met wie hij goed bevriend was, en Luc Tuymans. Ook die invloeden zijn, voor wie goed kijkt, terug te vinden in zijn werk. Hoog tijd dan ook dat Van den Broek sant wordt in eigen land en een retrospectieve krijgt aangeboden die maakt dat men niet langer om hem heen kan. Onder de titel Curbs & Cracks vond in 2010 weliswaar al een overzicht van zijn werk tot dan toe plaats in het Gentse S.M.A.K., maar dat is straks vijftien jaar geleden. Een nieuwe stand van zaken in dit belangrijke oeuvre dringt zich op. Wie neemt het voortouw?

Installation views Courtesy of the artist and Philipp von Rosen Galerie – Photo © Simon Vogel


De expo ‘Broken Road’ van Koen van den Broek loopt nog tot 6 april 2024 in Philipp von Rosen Galerie in Keulen. Klik hier voor alle info.


Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op