Er zijn zo van die privé-kunstcollecties die tot de verbeelding spreken, ook in eigen land. Sommigen (te weinig!) zijn omgedoopt tot een museum met de collectie als permanente tentoonstelling, anderen hadden oorspronkelijk die bedoeling maar zijn nadien geëvolueerd tot een museum met tijdelijke tentoonstellingen. Tot deze laatste behoort het museum van Jules Dhondt en Irma Dhaenens in Deurle. Het gebouw dat ze in 1967 lieten optrekken om er hun uitgebreide collectie in onder te brengen is intussen uitgegroeid tot een middelgroot museum dat steevast eigenzinnige en vaak geraffineerde expo’s huisvest. De collectie zelf kreeg ik persoonlijk nog niet te zien, tenminste: niet in een homogeen geheel -vermoedelijk zijn stukken uit de collectie wel regelmatig in bruikleen te bekijken.
Een groot deel van de collectie is nu te zien op de expo Het Erf. Het koppel gegoede kunstliefhebbers kon het niet beter getroffen hebben dan in het Latem van de jaren ’50 te leven. Ze konden er werken zomaar uit de handen van kunstenaars als Frits Van den Berghe, Gustave Van de Woestyne of Léon De Smet plukken, die overigens evengoed vrienden, of dichte kennissen werden met wie ze regelmatig een kom soep en wat brood deelden. Kunstmecenassen, ze worden te weinig in de verf gezet.
Verwacht je overigens niet aan de klassieke collectie uit de Latemse School -sorry: scholen. De smaak van het koppel ging regelmatig meer gedurfde, zelfs radicale richtingen uit, zo blijkt uit de tentoonstelling, dat aan de hand van nooit eerder getoond archiefmateriaal ook een tijdsbeeld rond het koppel schetst.
Proef hier alvast van een korte rondleiding door curator Michiel Van Damme, voordat je het zelf gaat ontdekken:
De expo Het Erf loopt tot 21 mei in het Museum D’Hondt-Dhaenens in Deurle. Klik hier voor alle informatie!
(cover foto: Het Erf, courtesy Museum Dhondt-Dhaenens, foto Rik Vannevel)