De herwaardering van de mythe… Helgi Thorgils Friðjónsson bij Verduyn Gallery

Het wordt in ons hedendaagse denken vaak vergeten, of tenminste met enige minachting besproken, maar mythen hadden in lang vervlogen tijden evenveel realiteitsgehalte als de waargenomen werkelijkheid. Goden, vreemde wezens en onverklaarbare natuurfenomenen leefden niet enkel in gedachten, het waren geen waanideeën, ze hadden een concrete werkelijkheidswaarde, ook al waren ze een product van onze verbeelding. De verhalen die zich rond deze elementen ontvouwden dienden niet enkel als middel om koude winters gezellig rond een haardvuur de tijd te doden, ze dienden als concrete handleiding voor hoe te leven, meer dan als verklaring voor fenomenen die onze voorouders niet konden verklaren.

Karen Armstrong vat de betekenis van mythen kernachtig samen in haar boek A Short History of Myth: “From the very beginning we invented stories that enabled us to place our lives in a larger setting, that revealed an underlying pattern, and gave us a sense that life had a meaning and value.” Mythes hadden morele en maatschappelijke betekenis, veel meer dan wat rationele wetenschap ons kan bieden – al kan je deze wetenschap ook als een mythe gaan zien, zoals onder meer Bernardo Kastrup behoorlijk overtuigend aantoont in zijn studie More Than Allegory: On Religious Myth, Truth and Belief.

Maar goed, de centrale vraag blijft of het hedendaagse, rationele realiteitsbeeld van de mens niet geamputeerd is van een wezenlijk bestanddeel van de realiteit door mythes af te doen als nutteloze verzinsels. Ze maakten vroeger wezenlijk deel uit van de menselijke ervaring, op dezelfde voet als de waarneming; door enkel de waarneming en de ratio voorop te stellen als realiteit, missen we een groot deel van de essentiële kennis van onze leefomgeving, zo beargumenteert ze. Maar mythes hadden niet enkel een metafysische betekenis, ze hadden ook een therapeutische functie, merkt ze op: “People would listen to the recitation of cosmological myth when they faced impending disaster, when they wanted to bring a conflict to an end, or to heal the sick.

Het mag niet verbazen dat doorheen de kunstgeschiedenis kunstenaars allerhande de mythe als onderwerp namen. Maar ook hedendaagse kunstenaars lijken terug te grijpen naar dit onderwerp als inspiratiebron. Neem Peter Depelchin bijvoorbeeld, die Griekse mythologie het op zijn unieke manier met astrofysica verweeft; of de Finse kunstenaar Helgi Thorgils Friðjónsson, die momenteel te zien is bij Verduyn Gallery. In zijn werk bulkt het van mythologische symboliek, naakte, aseksuele figuren bevolken er een wereld vol surrealistisch ogende fauna, flora, curiosa, en absurde interventies. Hij blijkt zijn inspiratie te halen uit lokale legendes en sages. Ik ken de IJslandse cultuur te weinig om hierover te oordelen, maar het werk van Friðjónsson aanschouwend lijkt het me alleszins alsof er in deze cultuur iets is overgebleven van de nauwe band die mensen in oude tijden hadden met de mythologische wereld.

Misschien hebben we dringend nood aan een herwaardering van mythes in ons leven…


Het werk van Helgi Thorgils Friðjónsson is nog tot 14 mei te zien bij Verduyn Gallery in Moregem. Klik hier voor alle informatie!


Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op