De verhuizing naar een ruimere plek biedt haar meer vrijheid, zij het niet per se ruimtelijk. Haar aandacht blijft gericht op de fragiliteit van het onopvallende, de kleine natuurlijke elementen die ze herstelt in haar kunst, of gebruikt als materiaal, zoals de takjes die ze tijdens haar wandelingen verzamelt. In de intensieve praktijk van diepgaand kijken krijgt de ruimere omgeving een nieuwe betekenis, alsof ze het kleine nu vanuit meerdere dimensies kan beschouwen en haar voortdurende verwondering over de fragmenten van de natuur de mogelijkheid geeft om hun volledige reikwijdte te verkennen.
Zo het niet de oorzaak is van fundamentele veranderingen, kan de verandering van ruimte tenminste als een teken ervan gezien worden. Kim noteert sinds kort ook schriftelijk de emoties en indrukken die in haar opwellen, het resultaat van haar onderzoekingen net als de spontaan opkomende gedachten bij het lezen of het luisteren naar podcasts. Het schrijven is inherent voor iedereen beperkend -het kan nooit de volle reikwijdte van een emotie of een gedachte helemaal juist vertalen, maar als extensie voor vruchtbare gedachten, en, in het geval van Kim, als natuurlijke uitvloeiing van het constante tekenen, is het schrijven verrijkend, en daardoor verlossend.
Observeren en tekenen, het woordloos gewaarworden en met woorden begrijpen wat zich als wonderbaarlijk natuurlijk aandient, verlost van het ijle leven op zoek naar de achterliggende natuur der dingen, het zijn voor Kim bewegingen die in eerste instantie naar haarzelf leiden; het biedt haar mogelijkheden om in zichzelf de essentiële vrijheid te gaan opzoeken en er vrijelijk op ontdekkingstocht te gaan. Op zoek naar stukjes van haar eigen eigenheid, die ze wellicht herkent in de vreemde maar fascinerende vormen die de gesprokkelde dode takjes aannemen. Ze neemt ze in zich op, in exact dezelfde mate als waarin ze haar innerlijke leven erop projecteert, als een intense uitwisseling van inhoudloze gedachten tussen haarzelf en de omgeving. Op deze manier oberserven, in een staat van permanente verwondering, tegelijk intern als extern gericht, is in essentie een vorm van mediteren, waarvan haar tekeningen de in inkt uitgedrukte doorslag vormen.
Deze visuele stream of consciousness vertaalt zich ook in de tientallen schetsboeken die Kim volpent. Op reis tekent ze onnaflatend de flitsen landschap die zich aan haar aandienen, maakt ze portretten van anonieme passanten, noteert de indrukken die haar beweging achterlaten. Ook dichter bij huis vullen de schetsboeken zich met wandelingen en gesprekken, met vluchtige gedachten net als met diepere reflecties. Stille getuigen van een tocht doorheen de ruimte, een meanderen doorheen het tijdsgewricht van het bewustzijn, de schetsboeken vormen een neerslag van de ontmoeting tussen gewaarwording en reflectie, tussen het bewuste kijken en het intuïtieve leven. Een schets van wat het is, om zich bewust te zijn van iets te zijn.
Het zijn in essentie vluchtige momenten die ze neerpent, in een spel van betekenislagen die enkel vatbaar zijn voor wie het overzicht bewaart, voor wie in een enkele oogopslag de rijkheid ervan kan aanschouwen. Daarom helpt het ruimere atelier, om de verschillende afstanden te overbruggen tussen geheel en detail. Alle elementen lijken luchtig, maar zijn in het licht van een geheel vol betekenis, en het geheel heeft enkel betekenis aan de hand van de details. Ze capteert deze kleine ogenblikken dan ook niet zozeer om ze in een tijdseenheid te vangen, als wel om ze een blijvende tijdloosheid te gunnen.








