Het is een idee dat me al een tijdlang intrigeert: dat de wereld als verschijning, wat we realiteit noemen, hoofdzakelijk het resultaat zou zijn van een mentaal proces. Het ‘idealisme’ (in metafysische zin, niet in politieke) is lang niet nieuw. Kant gaf dit perspectief al een stevige logische fundering, maar met de ontwikkeling van kwantumfysica en hersenwetenschappen de laatste decennia lijkt deze stroming meer dan ooit relevant.
Onmogelijk hier al te diep op in te gaan, maar grof samenvattend: de ware aard van de natuur is immaterieel; en onze hersenen voorspellen wat ze van de buitenwereld ervaren, ze maken het zelfs voor een groot deel. Beide wetenschappelijke inzichten hebben verregaande implicaties voor ons beeld van de mens, en diens verhouding tot de wereld.
Dit valt grotendeels samen met de praktijk van de kunstenaar, lijkt me. Ik ontbeer de theoretische kennis om dit degelijk uit te leggen -de sleutel hiervoor moet ergens gevat liggen in de stapel boeken op mijn nachtkast-, maar louter intuïtief is het niet eens zo moeilijk te vatten, want wat doet een kunstenaar anders dan de wereld -als waarneming of als sensatie- vanuit een wilsdaad om te zetten naar een idee van de wereld? Representatie van een idee is het fundament van alle kunst, en volgt hiermee -de logica van het idealisme volgend- exact hetzelfde proces als het ervaren van de wereld.
Ik moet nog wat kauwen op deze gedachte, moet ik toegeven. Het werd me overigens ingefluisterd bij het bekijken van de landschappen van Joost Colpaert. De vanuit vliegtuigperspectief weergegeven lapjes grond, netjes afgebakend door de beredeneerde, rationele beslissingen van landbouwers maar doorkruist door het grillige, onvoorspelbare patroon van rivieren, zijn verweven in een wervelende wisselwerking tussen abstractie en ‘figuratie’, wat op zich al een vorm van ‘meta-kijken’ biedt.
Maar er is ook de mysterieuze notie van begrenzing, het inkapselen van het waargenomen landschap in begrijpelijke vlakken – automatisch komen associaties met de categorieën van Kant in mij op. De notie ‘grens’ heeft geen materiële verschijning, het is slechts een idee dat in een kleurvlak wordt gedwongen.
In de bijhorende tekst van zijn expo wordt verwezen naar de opmerking van Raffaele Milani in zijn Esthétique du paysage: “De mens werd een kunstenaar vanaf het moment dat hij accepteerde dat de natuur een object van contemplatie en verbeelding wordt.” Wat hij zegt is contradictorisch: als de natuur een object van aanschouwen is, staat het los van de waarnemer, als het het resultaat is van de verbeelding is het een louter een idee. Maar het is juist zo’n essentiële dualiteiten waar kunst ons leert mee om te gaan.
Voor alle duidelijkheid: ook zonder al dit gemijmer bieden de landschappen van Joost Colpaert voldoende voer voor de waarneming. Het gaat hem om de ‘resonantie en het ritme,’ zoals de titel van de expo aangeeft. Alles is energie, weten wetenschappers sinds Einstein, maar je hoeft geen wetenschapper te zijn om dit aan te voelen…
Joost Colpaert – Resonance and Rhythm, gecureerd door Daniela Chirion, loopt tot 14 april bij Galerie Lloyd in Oostende. Klik hier voor alle info.




Foto’s © Galerie Lloyd