Ik ontmoette Koen Deprez op een tentoonstelling in het Zwart Huis. Het was een eerste kennismaking, zowel met het werk als met de kunstenaar. Er ging een nieuwe wereld voor me open — een wereld waarin architectuur en kunst één symbiose vormden. Bovendien leek Koen me iemand met een ijzeren wil, iemand van wie je bij een oppervlakkige benadering zou denken dat hij niet veel tegenspraak duldt.
Over zijn werk schrijven was niet eenvoudig, wat meteen verklaart waarom ik wat talmde. Ook vond ik dat ik eerst moest lezen voor ik kon schrijven. En zo gebeurde het.
Op zijn website lees ik dat Koen in de architectuur- en interieurwereld wordt beschouwd als het ‘enfant terrible’. Voor mij is dat een pluspunt. Eindelijk iemand die buiten de lijntjes durft te kleuren.
Koen Deprez is veelzijdig. Hij is researcher en professor aan de Faculteit Architectuur van de KU Leuven. Naast zijn onderzoekswerk en onderwijspraktijk is hij vooral ook beeldend kunstenaar. Het is vanuit die invalshoek dat ik hem graag gedurende enkele minuten op deze zender wil belichten.

Dynamische kaart van de (micro)bewegingen uit het oeuvre van Koen Deprez (1979–2019), foto KU Leuven
‘Enfant terrible’?
Velen beschouwen Deprez als een ‘enfant terrible’. Ik vermoed dat dit komt doordat hij op een excentrieke manier private en publieke interieurs benadert, die naadloos zijn voortgekomen uit een passie voor het landschap en de stedelijke openbare ruimte. Die passie ontstond al tijdens zijn studie, toen hij stage liep bij Rem Koolhaas (OMA) in Rotterdam en Alessandro Mendini (Studio Alchimia) in Milaan.
Koen ontdekte bij Rem Koolhaas een nieuwe wereld. Deze Nederlandse architect en stedenbouwkundige — docent aan de Graduate School of Design van Harvard University — is internationaal een autoriteit. Hij won in 2000 de Pritzker Prize en geldt als een van de belangrijkste architectuurdenkers van zijn generatie. Hij is auteur van diverse bestsellers, lid van de American Philosophical Society, en was in 2014 curator van de Biënnale van Venetië. Ik vermoed dat dit intellectuele en creatieve klimaat Koen geholpen heeft om zijn eigen koers te varen.
Bij Alessandro Mendini ontdekte hij dat architectuur veel meer is dan bouwen alleen. Mendini, Italiaans ontwerper, auteur en architect, speelde een sleutelrol in de ontwikkeling van het Italiaanse design. In Nederland ontwierp hij onder meer het Groninger Museum en het interieur van een Koploper-treinstel.
Het werd mij al snel duidelijk waarom Koen veel meer is dan een architect — en waarom zijn werk soms aanleunt bij dat van Marcel Duchamp.
In de catalogus White, Blue, Air, Chess and War, met een tekstbijdrage van Marnix De Keukelaere, lees ik onder meer het volgende: in januari 2023 kreeg Koen Deprez (toen met studenten in Fengersfors, Zweden) via sociale media de vraag om een potje met Zweedse lucht op te sturen.
AIR
Het werd geen potje, maar negen genummerde en hermetisch afgesloten enveloppen, gesigneerd op de achterzijde met een in potlood geschreven titel: Unika former av kontinuiteit i en superette. Elke verzegelde envelop met lucht uit Zweden zat in een grotere omslag, vergezeld van een brief. Daarin verwees Koen naar Air de Paris van Marcel Duchamp — het werk maakt deel uit van een reeks ready-made acts.
Ook Forme uniche della continuità nello spazio van de Italiaanse futurist Umberto Boccioni — een bronzen beeld van een forse figuur in actie — komt in de brief ter sprake. Zo gaat het er wel vaker aan toe in het hoofd van Koen Deprez: via visuele of literaire citaten ontstaan verrassende verbindingen — synaptische communicatie op zijn best.

White, Blue, Air, Chess and War, Galerie Zwart Huis, 2024
De plannen en interventies van Koen Deprez resulteren in tekeningen, schilderijen en maquettes die hij regelmatig tentoonstelt of realiseert. Zoals in Lokaal 01 in Breda, waar hij het grondplan van een autobus op ware grootte freeste uit een meerlagige houten vloer.
Dit alles past niet binnen het klassieke beeld dat velen van ons hebben van de architect. Daarom wordt hij weleens beschouwd als een ‘enfant terrible’. Persoonlijk vind ik dat een eretitel — of beter nog: een compliment.



De onbestemde reis. Voorstudie, karton en hout, 129x37x7 cm, 2011, Collectie UZ Leuven
De Onbestemde Reis, Lokaal 01, Breda
De onbestemde reis. The burning map, model, 33 x 83 x 5 cm, 2011, private verzameling
In verschillende tentoonstellingen toonde Koen Deprez reproducties op ware grootte van werken van Joachim Patinir — de eerste echte landschapschilder in de Nederlanden (1480–1524). Vermoedelijk werden daaraan door zijn assistenten figuurtjes toegevoegd.
Koen buigt zich in zijn werk over elk detail van het landschap. Tegelijkertijd bouwt hij torens om de wereld te overzien. Hij puzzelt, zorgt voor hiaten, en nog veel meer. Soms lijkt het alsof je je in een barok labyrint bevindt, waarvan alleen hij de plattegrond kent. Magisch en boeiend!
Het Denkbare Huis, Izegem
De hamvraag luidt: Hoeveel verbeelding kan een woning verdragen? En welk deel van die verbeelding moet door de bewoner worden aangebracht? Welk deel door de architect?
Als een ascetische, modernistische ruimte pas bewoonbaar wordt door de ‘inkleuring’ ervan, wat dan met kamers die een raadselachtig betekenisoverschot als bestaansreden hebben?
Dat zijn de vragen die worden opgeworpen door een interieur van Koen Deprez. Het gaat om één bouwlaag in een appartementsgebouw in Izegem, radicaal ingericht naar de roman De God Denkbaar, Denkbaar de God (1956) van W.F. Hermans. Hermans geldt als een van de drie grote auteurs van de naoorlogse Nederlandse literatuur. Een woning gebaseerd op een boek: een ogenschijnlijk onmogelijke taak.
Maar Koen Deprez slaagde erin. Hij kon terugvallen op zijn jarenlange ervaring bij Rem Koolhaas. Het appartement is 400 m² groot. Er is vijf jaar over nagedacht. Het resultaat is een collage van verhalen: aparte kamers, elk geïnspireerd op het genoemde boek. Als je van de ene kamer naar de andere gaat, beland je steeds in een andere wereld.


Het Denkbare Huis, Izegem
Koen Deprez en de functionele architectuur
In het tijdschrift Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen (april–mei 2015) werd terecht opgemerkt dat de functionele architectuur — vorm volgt functie — bewust of onbewust vertrekt van een kenbare wereld, waarin menselijke behoeften gekend en dus vormbaar zijn.
Voor Koen Deprez is de wereld fundamenteel onkenbaar, en hoeft zij dat ook niet te zijn. In plaats van ‘dierbare’ architectuur te maken, maakt hij collages van onverschillige, doofstomme voorwerpen. Hij creëert structuren die beantwoorden aan een innerlijke logica en zodoende — los van alle zogenaamde behoeften — gebeurtenissen mogelijk maken.
Koen merkt op dat in traditionele architectuur nauwelijks gedacht wordt aan gebeurtenissen. Alles lijkt voorspelbaar. Er worden geen openingen gecreëerd. Het voordeel van zijn benadering is dat plots mooie, barokke, ogenschijnlijk zinloze of betekenisloze objecten en ingrepen mogelijk worden.
Koen Deprez, filosoof
Hij werkt niet volgens een vast stramien. Hij laat de dingen op zich afkomen — of beter: hij ondergaat ze. Hij zoekt nooit naar iets, maar beschouwt zich eerder als een spons die gebeurtenissen opzuigt. Vaak resulteert dit in vernieuwende manieren van werken. Boeiend, toch?
Het verwondert me niet dat deze ogenschijnlijke asceet in zijn jeugd gefascineerd raakte door een kunstwerk van Panamarenko, evenals door de Madonna met Kind van Quinten Metsys. Ook Panamarenko was een dromer, een filosoof avant la lettre.
In zijn atelier luistert Koen vaak naar de Italiaanse componist Luigi Cherubini, meer bepaald naar diens Requiem in c klein — een ideale manier om de wereld, of beter: zijn wereld, op een vernieuwende wijze te benaderen.
Laat hem zijn gang maar gaan. Wij zullen ervan genieten.
Wie meer wil vernemen over deze uitzonderlijke kunstenaar, verwijs ik graag naar de website van zijn galerie: https://galeriezwarthuis.be
- Koen Deprez, architect-kunstenaar - juni 14, 2025