‘Kompas’, een duik in het verschillende wereldbeeld tussen oost en west, tot 26 maart in Zebrastraat, Gent

Wanneer Daan Rau me extra aanport om naar een expo te gaan, luister ik gedwee. Hij kent kent me goed, zo blijkt. ‘Kompas‘ in de Zebrastraat is zo een van die expo’s waarvan ik achteraf pas tot het besef kom dat ik het niet zou willen gemist hebben…

Dat heeft zo zijn redenen, de voornaamste is misschien wel dat ik mateloos gefascineerd ben door Oosterse kunst. Breng enkele Japanse hedendaagse kunstenaars samen met een keure aan hedendaags talent van eigen bodem, rond een thema dat zowel banaal als eindeloos vernieuwend behandeld kan worden, dit alles had sowieso mijn aandacht getrokken, ware het niet dat de uitnodiging wellicht bedolven werd onder tientallen andere en het initiatief het sowieso met weinig middelen en ondersteuning moet zien te redden, op die van de Stichting Liedts-Meesen na. Maar daarover later meer. Eerst de expo zelf.

Je zou denken dat een onderwerp als natuur op min of meer dezelfde manier wordt aangepakt in de kunst, laat staan dat het gedreven wordt door eenzelfde begrip of een gemeenschappelijke beleving ervan. Wat deze expo me echter visueel duidelijk maakt is dat er toch fundamentele verschillen zijn, die niet enkel te maken hebben met het feit dat de natuur als onderwerp pas heel laat in de Westerse kunst ingang heeft gevonden; toch vergeleken met Oosterse kunstenaars, voor wie de natuur een sterk ingebedde traditie vormt in de beeldende kunst.

Ook dat heeft zo zijn redenen. Het toeval wil dat ik mij momenteel verdiep in de studie comparatieve filosofie van Julian Baggini in zijn boek How the World Thinks, waarin hij mooi uitlegt dat in de Japanse (en Oosterse, zij het op andere wijze) levensbeschouwing het ‘zelf’ niet als een entiteit wordt gezien dat afgescheiden is van zijn omgeving. Het overstijgt het ‘één zijn met de natuur’ -dat is een concept die wij in het Westen hebben bedacht om het min of meer beschouwelijk te houden, maar die op zich nog steeds impliceert dat er twee aparte entiteiten zijn die in een eenheid zouden passen. In de diepere zen-traditie is er geen scheidingslijn tussen beide, en is het daarom zinloos om er ook maar op te alluderen. De dualiteit in de Westerse traditie (de immateriële ziel in een materieel lichaam) is in dit denken even absurd als het onderscheid tussen filosofie en religie, dat tevens een nagenoeg exclusief Westerse gedachte is.

Dit Oosterse non-dualistisch wereldbeeld is niet zomaar een concept dat na intellectuele reflectie is komen aangezet, zo toont Baggini aan, het biedt een leidraad voor de manier van leven, zowel moreel als praktisch, een richting voor de proprioceptie van het zelf: hoe de mens zich situeert en evolueert in zijn omgeving.

Merkte ik dit verschil in de werken die ik op de expo ontdekte? Ze werden weliswaar thematisch opgesteld, maar voor de rest is er geen rangschikking tussen Oost en West, tussen wat in Gent werd gemaakt en wat in Kanazawa, te bespeuren. Maar verder? Ja en neen…

Zonder naamkaartje bij de werken zou ik de oorsprong soms heel moeizaam hebben ontwart. Het is pas achteraf dat ik merkte dat de Gentse (en bij uitbreiding Westerse) kunstenaars de natuur in hoge mate. beschouwen als iets dat buiten hen staat, iets dat kan aanschouwd en geanalyseerd worden. Japanse kunstenaars beelden zelden uit; ze insinueren hier en daar, maar nooit heb je het gevoel dat het een representatie is van iets dat zich buiten hen afspeelt. Ook niet in hen. Het is meer een excarnatie van een diepere werkelijkheid, dat zonder onderscheid zowel gevoelsmatig als beschouwend wordt blootgelegd.

Wat ik hier schrijf is overigens geen waarde-oordeel. Verre van. Persoonlijk wisten elk van de kunstenaars me op een of andere manier aan te spreken, en ze zo zij aan zij ontdekken bood me een bijzondere, blijvende ervaring. Ik kon het niet laten om het werk van Saar De Buysere -een ontdekking wat mij betreft- te zien als een brug tussen beide levensbeschouwingen, en meer bepaald haar reeks van vier werken met bergtoppen. Ze bieden een mooie metafoor voor de relatie tussen oosterse en westerse denkwijzen. Wat ons verschijnt en als mens overkomt is als schaduw en lichtinval op deze bergtoppen: het evolueert en verandert continu, maar deze schakeringen zijn slechts toevallige gebeurtenissen op een meer fundamentele vorm van zijn: de berg zelf. Dat deze reeks eindigt met de bergtoppen die in een dikke mist verdwijnen, wijst er misschien op dat de verschillen tussen licht en schaduw, tussen oost en west, uiteindelijk niets betekenen. De berg blijft berg…

Een expo om niet te missen.


De expo Kompas loopt nog tot 26 maart in Zebrastraat in Gent. Klik hier voor alle info.

Terug naar meer profane bemerkingen, ik kan het in dit geval niet laten. Dit initiatief kwam er naar aanleiding van een uitnodiging die Marnix Everaert een paar jaar terug kreeg om in de zusterstad van Gent, Kanazawa, tentoon te stellen. Het leidde uiteindelijk tot een grotere tentoonstelling met kunstenaars uit beide steden in het Museum of Contemporary Art of the 21st Century in 2016. Naar verluid was de ontvangst van de Belgische kunstenaars die naar Kanazawa afgereisd waren, ongemeen gastvrij. De initiatiefnemers wouden een gelijkaardige expo opzetten in Gent, maar kregen helaas geen gehoor bij het Gentse bestuur. Ik hoop maar dat de terechte sneer van Daan Rau aan het adres van het Gentse cultuurbeleid aanhoord wordt: dit initiatief had ongetwijfeld meer ruchtbaarheid, een grotere plek in de stad, en véél meer ondersteuning van het bestuur verdiend.

foto’s: TheArtCouch (bewust geen vermelding van de kunstenaars)

Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op