Immersieve tentoonstellingen zijn in tegenwoordig. Je kunt geen krant of tijdschrift opslaan of je stuit op reclame voor alweer een overrompelende duik in het oeuvre van meesters als Magritte, Van Gogh of Monet. Het gaat om expo’s waarin je een 3D-ervaring ondergaat en ondergedompeld wordt in het universum van de kunstenaar. Die spektakels gaan meestal gepaard met een hoop visuele prikkels, harde muziek, animaties en geluidseffecten. Kunst als kermisplezier, alsof je in een botsauto of reuzenrad zit, met alle sensaties die erbij horen. Ook de solotentoonstelling Nachtreis van multidisciplinair kunstenaar Hans Op de Beeck (1969, Turnhout) wordt voorgesteld als een immersief gebeuren. Maar wat een verschil met voornoemde voorbeelden. In vergelijking daarmee is Op de Beecks expo in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA), naast een schoonheidsbeleving zonder weerga, een verademing. Zo kan het dus óók.

Hans Op de Beeck, The Settlement (indoor), 2016, mixed media | Foto ©Patrick Auwelaert
Visitekaartje
Nachtreis is Hans Op de Beecks grootste solotentoonstelling ooit in België. Ze bestaat uit 39 monochrome sculpturen en installaties en één video (Staging Silence III, 2019), uit de periode 2016 tot 2025, begeleid door een soundscape. De expo biedt daarmee een retrospectief overzicht van een decennium sculpturaal werk van de kunstenaar. Daarnaast maakt Op de Beeck, die woont en werkt in Anderlecht, ook nog tekeningen, aquarellen, foto’s, video’s en animatiefilms. En alsof dat alles nog niet genoeg is, werkt hij mee aan muziek-, theater- en operaproducties als regisseur en decor- en kostuumontwerper. Hij is ook actief als schrijver van theaterteksten: Nach dem Fest (2015) schreef hij voor het Schauspiel Frankfurt, de jeugdtheatervoorstelling De nachtwandelaars (2016) voor podiumkunstenhuis HETPALEIS en de muziektheatervoorstelling De vallei (2019) voor Muziektheater Transparant.
Al die activiteiten leggen de zeer getalenteerde Op de Beeck geen windeieren: sinds 2009 stelt hij onafgebroken tentoon, zowel solo als in groep, in vooraanstaande musea als Hermitage Museum in Sint-Petersburg, Tate Modern in Londen, Towada Art Center in Japan, MoMA in New York en het Antwerpse M HKA. Zijn werk is opgenomen in talrijke musea, kunstinstellingen en particuliere verzamelingen wereldwijd. Hij nam daarnaast ook nog deel aan biënnales en triënnales in Japan, India, Singapore, Shanghai, Venetië en Lyon. Een niet onaardig visitekaartje dat maar een beperkt aantal Belgische kunstenaars kan voorleggen. Op de Beeck geniet dan ook een grote internationale bekendheid.
Totaalkunstwerk
Nachtreis is uitgewerkt als een nachtelijke wandeling doorheen een fictief, droomachtig en mysterieus landschap. Als bezoeker volg je een uitgestippeld parcours in het halfduister. Onderweg stuit je op onder meer figuren, bomen, wandsculpturen, dieren, boekenstapels, stillevens, fauteuils, een paalwoningendorp, vogels, wandmeubels, een mechanisch planetarium, een kermiscarrousel, een vliegende kraai, een vitrinekast met daarin een minutieus gedetailleerd nachtlandschap onder een sterrenhemel, en een grote rotspartij waarop een tienermeisje en -jongen hand in hand naast elkaar zitten (The Cliff, 2019). Nachtreis is een totaalkunstwerk waarin alles uitgevoerd is in hetzelfde uniforme grijs, waarop Op de Beeck een patent lijkt te hebben.
In Nachtreis vinden we Op de Beecks belangrijkste thema’s terug: tijd en vergankelijkheid, stilte en introspectie, het alledaagse en het absurde, eenzaamheid en verlies, verlangen naar zingeving, fictie en verbeelding. De tijdelijkheid van het bestaan is een centraal motief in zijn werk. De grijze sculpturen ogen als fossielen die langzaam uitgewist worden door de tijd. Onwillekeurig moet je denken aan Pompeï na de uitbarsting van de Vesuvius, toen alles en iedereen met een dikke, grijze aslaag werd bedekt.
Donkere laag
De sculpturen in Nachtreis mogen er dan vaak lieflijk en onschuldig uitzien, toch gaat er onder die serene oppervlakte een diepere, donkerder laag schuil die de bezoeker uitnodigt tot introspectie en reflectie. Zelf beschrijft Op de Beeck Nachtreis als een reis die zowel de stilte en het meditatieve als de donkerte en sluimerende ontsporing van de nacht in zich draagt. De tentoonstelling nodigt uit om verder te kijken dan de oppervlakte en het onderbewuste te verkennen, waarbij gevoelens van verlangen, verlies en de broosheid van het bestaan centraal staan. Neem het schijnbaar idyllische werk Tatiana (Soap Bubble) uit 2017. Een jong meisje blaast met gesloten ogen een zeepbel – een moment van kinderlijke onschuld dat tegelijk de vergankelijkheid van het leven symboliseert, want eens de zeepbel knapt, is ze er niet meer.



Hans Op de Beeck, Timo (Marbles), 2019, mixed media | Mum and Dad (detail), 2019 | The Horseman (detail), 2020
Foto ©Patrick Auwelaert
Dialoog
De sculpturen in Nachtreis kunnen ook bekeken worden in dialoog met de vaste collectie van het KMSKA. Ze raken aan fundamentele thema’s uit de kunstgeschiedenis, zoals stillevens, vergankelijkheid en schoonheid. Op de Beecks sculpturen mogen dan op het eerste gezicht klassiek ogen, in werkelijkheid zijn ze dat niet. De kunstenaar speelt op zijn eigen manier met materiaal, vorm en schaal. Een voorbeeld daarvan is de sculptuur Happy Birthday (2020). Die stelt een reusachtig stuk verjaardagstaart voor op een dessertbordje. De afmetingen ervan zijn 225 bij 210 bij 105 cm. Volgens de kunstenaar is de verjaardagstaart een ultiem memento mori. Hij stelt dat wij, mensen, de toch wel merkwaardige gewoonte hebben jaarlijks onze eigen sterfelijkheid te vieren.
Happy Birthday verschijnt als een bevreemdend en surreëel versteend object, dat niet te vergelijken is met de klassieke sculpturen van eeuwen geleden. Op de Beeck bootst die dan ook niet na, maar herinterpreteert ze. Dat laat bezoekers van de expo toe om tijdloze thema’s vanuit een hedendaags, alledaags perspectief te beleven. Zo slaat Nachtreis een brug tussen verleden en heden, tussen klassieke beeldtaal en hedendaagse interpretatie. Op de Beecks dialoog met de vaste collectie van het KMSKA biedt bezoekers zo de kans om die met een frisse blik te herontdekken.
Beton en hars
Op de Beeck, wiens werk vertegenwoordigd wordt door maar liefst vijf belangrijke internationale galeries, gebruikt voor zijn grijze sculpturen voornamelijk materialen zoals gips, beton en hars. De neutrale, grijze tinten van zijn beelden dragen enerzijds bij aan de subtiele en ingetogen sfeer die hij probeert over te brengen en anderzijds aan de tijdloosheid van zijn werk. Neem een indrukwekkend werk als The Cliff, dat 420 bij 940 bij 291 cm meet. Dit kunstwerk, dat inmiddels een klassieke status geniet in Op de Beecks oeuvre – er is zelfs een apart boek aan gewijd –, is opgebouwd uit beton en hars. Beide materialen hebben een robuust en tegelijk enigszins ondoorgrondelijk aanzien, wat perfect past bij het idee van een klif – iets groots, solide, maar ook onbewogen in de tijd.
Beton geeft het werk een zware, aardeachtige aanblik, maar in Op de Beecks handen krijgt het een verfijnder karakter. Het lijkt tegelijkertijd vast en fragiel: een metafoor voor de ongrijpbaarheid van de natuur, of zelfs de menselijke ervaring van kwetsbaarheid tegenover de immense krachten van de natuur. Hars voegt dan weer glans en textuur toe aan het oppervlak, wat een contrast vormt met het zware, matte beton. Het kan de indruk wekken van iets gietbaars, maar tegelijk ook een zekere kunstmatigheid uitstralen, alsof de natuur zelf door een menselijke hand is hervormd. Door deze materialen te combineren, creëert Op de Beeck een soort synthetische natuur: het lijkt op een klif, maar je weet dat het niet natuurlijk is, wat een interessant spanningsveld creëert tussen realiteit en verbeelding.

Hans op de Beeck, Sleeping Girl, 2017, mixed media | Foto ©Patrick Auwelaert
Voorstellen
Hans Op de Beeck noemt zijn sculpturen weleens ‘voorstellen’. Ze zijn ontegensprekelijk fictief, geconstrueerd en geënsceneerd, waardoor de toeschouwer de keuze wordt gelaten het beeld ernstig te nemen, als een soort parallelrealiteit, of het meteen te relativeren, als niet meer dan een visuele constructie. In zijn schitterende essay ‘Op de drempel van leven en niet-leven’ in de catalogus komt Stéphane Symons wat dat betreft tot de volgende conclusie: ‘wat overduidelijk gemaakt is en zich ook als dusdanig aan de kijker durft aan te bieden, kan op een veel wezenlijker manier het echte evoceren dan de accuraatste kopie’. Het is die paradox, voegt hij eraan toe, die ten grondslag ligt aan het werk van Op de Beeck.
In zijn essay wijst Symons er ook op dat er een interessante parallel te trekken valt tussen het surrealisme, de barok en het werk van Op de Beeck. De gemeenschappelijke deler, zo schrijft hij, is een tijd van grote maatschappelijke omwentelingen. Die stelling haalt Symons bij de Duitse, Joods-marxistische cultuurfilosoof Walter Benjamin (1892-1940), die ooit suggereerde dat het surrealisme veel gemeen heeft met de barok, de belangrijkste kunststroming uit de zeventiende eeuw. ‘Want zowel het surrealisme als de barok,’ vat Symons Benjamins suggestie samen, ‘zagen het licht in een tijdperk van grote maatschappelijke omwentelingen. Het zijn onder meer de trauma’s van de Eerste Wereldoorlog die de surrealisten ertoe brachten om de gangbare zekerheden van de moderne samenleving onderuit te halen, net zoals de barok enkel begrepen kan worden door oog te hebben voor de groeiende scepsis over religieuze zekerheden in de zeventiende eeuw als gevolg van de opkomst van onder meer de positieve wetenschappen en de Reformatie. Volgens Benjamin heeft dit onstabiele tijdsklimaat de doodsteek gegeven aan het idee dat kunstwerken symbolen zijn: in het surrealisme en de barok tonen kunstwerken vooral de afwezigheid van spontaan gedeelde betekeniskaders en geloofssystemen. Beide stromingen zetten de symbolische schema’s waarmee kunst doorgaans wordt geduid onder hoogspanning, en brengen op die manier een veel dynamischer kunstervaring teweeg.’
Interpretatieve rijkdom
Symons voegt daaraan toe dat ook de werken van Hans Op de Beeck er gekomen zijn in een tijd van grote maatschappelijke omwentelingen en onzekerheid. Ook zij hebben de spontane zeggingskracht van het symbool laten varen, waardoor deze sculpturen niet langer verankerd kunnen worden in één welbepaald interpretatief schema. Veel sculpturen uit Nachtreis doen denken aan de barok en worden gekenmerkt door die interpretatieve rijkdom. De sculptuur The Horseman (2020) is daarvan een goed voorbeeld. Ze toont een levensgroot beeld van een man op een paard die, te zien aan de bagage die hij meeheeft, een lange tocht voor de boeg heeft. De raadselachtige nomadische ruiter roept zowel de tijdloze eenzame reiziger als de dakloze migrant van vandaag op, op zoek naar een beter leven. Zijn metgezel is een klein aapje dat op zijn schouder zit en een parasol in de lucht houdt om de ruiter te beschermen tegen de zon. Anders dan in de historische traditie van de beeldhouwkunst, waar de ruiter doorgaans een historische machtsfiguur voorstelt en het paard in een dynamische pose wordt uitgebeeld, zijn mens en dier in dit werk doelbewust onspectaculair, alledaags, bescheiden en kalm in beeld gebracht.

Hans Op de Beeck, Vanitas XL, 2021, mixed media | Foto ©Patrick Auwelaert
Grijze droom
In Droomkitsch (Traumkitsch, 1925), Benjamins ode aan het surrealisme, gaat de cultuurfilosoof ook in tegen de rooskleurige, geromantiseerde visie op het surrealisme, die deze kunststroming graag in verband brengt met ongebreidelde fantasie en de verlossende creativiteit van onze verbeelding. Hij stelt daartegenover dat ‘de droom niet langer een blauwe verte openbaart. De droom is grijs geworden. Maar het grijze laagje stof dat zich verzamelt op de dingen is hun grootste kwaliteit. Zo leiden dromen ons onmiddellijk naar het banale.’
De surrealisten waren volgens Benjamin vooral in de weer met motieven van vergankelijkheid en sterfelijkheid, teloorgang en tijdelijkheid. De vergelijking met Pompeï en de Vesuvius rond Hans Op de Beecks werk is bij nader inzien dan ook niet uit de lucht gegrepen. De vele memento mori’s in Nachtreis, verzinnebeeld in sculpturen en installaties als Danse macabre (2021), een stilstaande, kitscherige carrousel met daarin onder meer enkele skeletten, en Happy Birthday, een reusachtige verjaardagstaart die haar beste tijd heeft gehad, zijn zo fysiek tastbaar geworden dat ze, in tegenstelling tot de andere stillevens in de collectie van het museum, niet enkel op een symbolische of metaforische manier verwijzen naar onze sterfelijkheid. Symons: ‘De memento mori’s in Nachtreis zijn materiële uitdrukkingen van een verval dat haast aan den lijve wordt ervaren. De bezoeker is duidelijk te laat aangekomen op dit feestje.’
Meeslepende ervaring
De tentoonstelling eindigt met de videoproductie Staging Silence III, waarin twee anonieme handen voortdurend landschappen opbouwen en afbreken. Deze film benadrukt de eindeloze cyclus van constructie en deconstructie in de menselijke geschiedenis, en roept vragen op over de zin en absurditeit van ons bestaan. Kortom, Nachtreis is een meeslepende ervaring die de bezoeker confronteert met zowel de schoonheid als de duisternis van het leven, en die uitnodigt tot een persoonlijke reis door het onbekende en het onderbewuste.
De catalogus bij de tentoonstelling, een gezamenlijke uitgave van het KMSKA en uitgeverij Hannibal, is een pareltje, helemaal uitgevoerd als hij is in zwart, wit en grijs door grafisch vormgever Tim Bisschop. Hij bevat teksten van Annelien De Troij, kunsthistorica en curator van het KMSKA, en van Stéphane Symons, gewoon hoogleraar esthetica en cultuurfilosofie aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van KU Leuven. Het 272 pagina’s tellende boek bevat alle tentoongestelde werken, vaak gefotografeerd vanuit verschillende invalshoeken en met detailopnamen, en ook een selectie stills uit de videoproductie Staging Silence III. Het laatste deel van het boek behelst een lijst van alle werken, van duiding voorzien door Hans Op de Beeck. Zowel expo als boek zijn ni te rateire, zoals ze in Brussel zeggen.
De tentoonstelling Nachtreis van Hans Op de Beeck loopt nog tot 17 augustus 2025 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Meer info vind je hier. Het gelijknamige boek bij de tentoonstelling is een uitgave van het KMSKA en uitgeverij Hannibal. Het is verkrijgbaar of te bestellen in elke boekhandel. Je kunt het ook kopen in het KMSKA (49 EUR).
- Paul Van Gysegem 90 bij galerie William Wauters - juli 8, 2025
- Rilkes cirkel: de spiegelbeelden van Gerolf Van de Perre - juni 21, 2025
- De Pyreneeër: iPad-tekeningen van William Ploegaert - juni 14, 2025