Nieuwe werelden ontginnen in een mix van kunst en digitale technologie

De mens heeft een wat vreemde verhouding tot technologie. In brede zin is het wat ons onderscheidt van andere organische levensvormen. Sinds het gebruik van vuur of het wiel is de menselijke intelligentie in harmonie met de technologie tot bloei gekomen, zo luidt het, waarmee bedoeld wordt dat ze gelijktijdig evolueerden, al dan niet met enig causaal verband.

Techno-optimisten als Nick Bostrom (‘Superintelligence’) of Kevin Kelly (‘What technology wants’) zien in technologie een natuurlijke extensie – en zelfs eindpunt – van de menselijke ontwikkeling, ook al is technologie per definitie anorganisch. Anderen, zoals Daron Acemoglu (‘Power and Progress’), waarschuwen ervoor dat technologie niet noodzakelijk in dienst staat van de mens: wanneer het als doel op zich wordt gezien in plaats van als middel, ontwricht het de menselijke samenleving. Met de komst van artificiële intelligentie raakt het debat oververhit: welke gevolgen kan het hebben wanneer we iets in het leven hebben geroepen dat onze eigen intelligentie overstijgt?

Het thema is al lang geen voer meer voor techneuten, die enkel de mogelijkheden van technologie ten volle willen ontwikkelen zonder oog voor de gevolgen. Het debat wordt meer en meer gevoerd door filosofen en kunstenaars. Deze laatsten hebben het voordeel dat ze niet beperkt worden door een rationeel denkkader, of door wat Kuhn een ‘paradigma’ noemt. Onderwerpen als deze kunnen het best los worden behandeld van klassieke logica, en daar zijn kunstenaars nu eenmaal beter in.

Opmerkelijk is dat een groeiend aantal kunstenaars zich bedient van digitale middelen om hun visie (of visioenen) vorm te geven. Nu, kunstenaars hebben altijd technieken gebruikt in hun praktijk: borstel en houweel, maar evengoed perspectieflijnen of het gebruik van de Gulden Snede. Het gebruik van digitale middelen gaat hierin echter verder: digitale technologie staat niet zomaar meer in dienst van de kunstenaar, maar raakt vaak de essentie ervan: niet enkel wat hij doet, maar zelfs waarom.

De expo ‘In Search of Meaning’ in de kersverse galerie IUKU van Yves Vankrunkelsven biedt een mooie gelegenheid om deze gedachte uit te diepen, gezien de vier kunstenaars heel verschillende perspectieven bieden op technologie en diens verhouding tot de mens. Omery De Zutter toont er een aantal werken op basis van visualisatiesoftware om nieuwe werelden te creëren waarin architectuur, oneindigheid, religie en technologie samenkomen. Op zijn website valt te lezen hoe hij de relatie legt tussen architectuur in een lege ruimte als plek voor de mens om een gemeenschap rond te bouwen, en de tweedimensionale virtuele ruimte die nieuwe mogelijkheden biedt, zij het ook binnen bepaalde beperkingen. De relatie leidt tot existentiële vragen over wat precies reëel is. Filosofen als David Chalmers ontwikkelen een merkwaardige en boeiende denkoefening waarbij de vraag wordt gesteld of we niet al in een virtuele wereld leven. Die vraag is veel minder absurd dan je zou denken…

Jerry Galle onderzoekt in zijn werk de complexe en vaak verontrustende relatie tussen digitale technologie, natuur en cultuur. Een centraal thema in zijn werk is ‘digitale twijfel’ – de opzettelijke introductie van onzekerheid in een systeem, wat leidt tot onverwachte en prikkelende resultaten. Het is eerst en vooral een taalspel, zo blijkt, waarmee we ons begeven op het terrein van ‘Large Language’-modellen zoals Chat-GPT, maar evenzeer tot het begrip intelligentie. Chat-GPT – ‘chat’ voor de vrienden – is niet meer dan een statistisch model, maar wat eruit komt lijkt vanuit een menselijk perspectief alvast slim en autonoom. We komen langzamerhand tot de vaststelling dat er andere vormen van intelligentie bestaan. Bij een octopus zijn de hersenen (of beter gezegd: het beslissingscommando) gedistribueerd over de tentakels. Het losweken van ons antropocentrisch wereldbeeld biedt heel wat nieuwe inzichten en perspectieven, zo blijkt.

De verkenning van nieuwe perspectieven – en nieuwe manieren om de realiteit gewaar te worden – is ook het centrale thema in de video’s van Floor Toppets, die er op een soms ludieke manier meteen een ethische vraag aan koppelt: wat is onze verantwoordelijkheid in onze omgang met technologie? Glenn de Cock onderzoekt ditzelfde thema door artificiële intelligentie te verweven met het ‘collectieve bewustzijn’ van de mensheid aan de hand van mythes en folklore, en hedendaagse fantasieën en illusies: ‘De Cock duikt met zijn werk in de evoluerende landschappen van onze historische en transcendente identiteiten, waarbij echte en ingebeelde werelden samensmelten.’

Dat deze expo de titel ‘In Search of Meaning’ meekreeg, is veelzeggend. De huidige ontwikkeling op het gebied van digitale technologieën zoals artificiële intelligentie leidt tot een staat van verwarring rond wat we precies zijn als mens. Het dwingt ons tot het nemen van verschillende perspectieven, los van ons antropocentrische wereldbeeld. In tegenstelling tot wat je zou denken, vergt het gebruik van technologie juist heel wat verbeelding om deze nieuwe gezichtspunten te verkennen. En laat dat nu net de kracht zijn van kunstenaars…

foto’s: ©IUKU Gallery


In Search of Meaning van 8 tot 30 maart 2025 in het Ginder-Ale gebouw, Kattestraat 31, Merchtem. Telkens op zaterdag en zondag tussen 14 en 18u of na afspraak.


Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op