“Als we de aarde bekijken vanuit het heelal, kunnen we ons bestaan relativeren,” staat in het persbericht. “Van de aarde naar de ruimte kijken, wakkert een honger naar kennis aan.” Het vat mooi samen hoe complex onze verhouding is tot de onmetelijke omgeving waarin we onze stek gevonden hebben, het ‘alles’ dat ons omringt. Onze ‘kennis’ van het universum is heel relatief, ze vertellen ons wetenschappers als Carlo Rovelli of Thomas Hertog, maar evengoed theologen als Patrick Chatelion Counet. Deze laatste geeft in zijn ‘Het absurde universum’ aan hoe fundamentele wetenschap tot louter abstract denken is vervallen en enkel noch naar zichzelf verwijst, gevangen in een al bij al beperkt paradigma.
Hoe beter we menen het universum te kennen, hoe meer het ons ontglipt. Dat het hele universum uit een enkel elektron zou bestaan; dat zelfs natuurwetten aan evolutionaire krachten onderhevig zouden zijn; dat de mogelijkheid tot kennis hier en daar gewoonweg lijkt te imploderen; of nog, dat een elektron op elk ogenblik alle mogelijke paden simultaan inslaat, waardoor er elk moment talloze parallelle universa ontstaan (het multiversum); daar kijkt de breeddenkende hedendaagse wetenschapper al lang niet meer van op.
Ik vereenvoudig hier enkele duizenden pagina’s over het onderwerp, maar uiteindelijk verwijst de ontdekking van de ruimte naar onszelf, in een soort antropocentrische loophole. Hannah Arendt schreef het al -ik heb dit uit het boek van Thomas Hertog: je kan je niet loskoppelen van het mens-zijn in je onderzoek naar de realiteit. We zijn het universum dat we bestuderen.
Het heeft iets poëtisch, oneindig ver de ruimte inkijken om uiteindelijk zichzelf tegen te komen, niet eens lichamelijk, maar vanuit het scheppend vermogen van ons -of volgens sommigen zelfs van een allesomvattend- bewustzijn. Heerlijk toch.
Ik kom tot het punt, dat sommigen misschien bij de haren getrokken zullen vinden, maar ik kan het niet laten om hier parallellen te trekken met de praktijk van een kunstenaar, die vanuit zichzelf een nieuwe realiteit projecteert die hem enkel een spiegel voorhoudt, of tenminste een scalpel om een vivisectie uit te voeren op de mentale constructie van zijn eigen bestaan.
Enfin, mijn mening. Er zijn ook kunstenaars die zich aan de hand van hun kunst gewoon vragen stellen over onze relatie tot het universum. Neem de twee kunstenaar in de expo die de aanleiding vormt voor deze gedachtestroom, en die allebei een reflectie bieden op de dubbelzinnigheid waar onze kennis van de ruimte toe gedoemd is. Kaat Van Doren schetst een dubbelportret van de zon als schepper en vernietiger van leven, terwijl Wesley Meuris de fundamentele tegenspraak bestudeert van de wetenschap als rationele uitleg voor een fenomenologische waarneming die louter op gevoel berust. Heel contradictorisch is het overigens niet, de ratio is vermoedelijk uit de sensaties gegroeid. De dualiteit is eveneens slechts een schijnbegrip.
“Enerzijds de vergankelijkheid van onze eigen planeet en anderzijds de begrenzingen van wat we over het universum kunnen weten, brengt ons uit balans,” besluit het persbericht. Ik voeg er graag een snuifje Wittgenstein aan toe: waarover je niet kan spreken, daar moet je over zwijgen. Misschien kunnen beelden wat woorden niet vermogen, en helpen ze daarin grip te krijgen op de realiteit die zich buiten ons afspeelt…





© courtesy cc Zwanenberg
Out of Orbit met werk van Kaat Van Doren & Wesley Meuris loopt van 8 februari tot 16 maart 2025 in cc Zwanenberg.
- R.I.P. Guillaume Bijl, een ode in 3 reportages - juni 21, 2025
- Post-What!? – het vrolijk en verontrustende wereldbeeld van Sebastiaan Van Doninck bij Rufus Gallery - juni 21, 2025
- Relativiteit als uitgangspunt, de Griekse kunstenares Serolod biedt de subtiele interpretatie van de werkelijkheid - juni 21, 2025