Kunst betekent voor elk van ons iets anders. De term is even ongrijpbaar als de notie ‘spel’ of ‘taal’. Het ontsnapt per definitie aan het keurslijf van opgelegde regels. Niet alles is kunst, of alles moet kunst zijn. Je raakt al snel verstikt in een onontwarbare logica. Vast staat dat er geen duidelijke scheidingslijn bestaat, het is een gebied dat tot het rijk der ongerijmdheden behoort. Dit belet kunstenaars echter niet om dit gebied te gaan verkennen, en onze notie van kunst uit te rekken, te verbreden of zelfs te verleggen.
Bij Tale Gallery in Vlierzele zijn momenteel vier kunstenaars te zien die elk op een heel eigenzinnige manier precies dit doen, hoewel ze in tegenstelling tot conceptuele of minimalistische kunst nooit de draad verliezen met ons meer traditionele begrip van kunst, of van realiteit.
Het is vaak, om een modieuze term te gebruiken, een zaak van gelaagd kijken. Neem het werk van Lieven Lefere, die zijn reconstructies van architecturale constructies haarfijn ‘ontbouwt’, niet zozeer om er de bestanddelen van te onthullen, maar om de bestanddelen als autonome entiteiten te presenteren in subtiele variaties en composities. Alles bestaat uit alles, lijkt hij aan te geven. Het is een effect dat je onder meer in drie werken op de expo terugvindt waarin hij het landschap fotografeert door een heel fijne spleet van een houten constructie die hij in het landschap plaatst en met zwarte doeken omhult. Het landschap door de spleet is slechts een fragment van een breder landschap, maar tegelijk is het een landschap op zich. Het geheel wordt niet herleid tot een deelelement, maar biedt een toegangspoort tot een nieuw geheel dat erin vervat ligt.
Ook Charlie De Voet, Conrad Willems en David Boon sorteren dit effect van constructie en deconstructie, al doen ze dot elk op een andere manier. David Boon gebruikt drie grondvormen, die hij zo te horen uit een fragment van een oude reclameaffiche heeft gehaald, om een wereld van nieuwe mogelijkheden in ontelbare variaties te verkennen. Het gebruik van slechts drie vormen kan als een beperking worden gezien, maar wat David aantoont is dat binnen deze limieten een nieuwe vrijheid kan worden verworven. Een vrijheid die hij ook de kijker biedt, die vaak de mogelijkheid geniet de werken naar eigen smaak en gedachtegang om te vormen.
Charlie De Voet pelt vaak lagen verf van zijn doeken, om er de onderliggende patronen, het zenuwstelsel lijkt het wel, van te gaan bespeuren. De drager gaat in interactie met de lagen verf om een eigen leven te gaat leiden, om te worden gebogen of geplooid tot een autonome entiteit. Het werk op zich is niet zozeer het onderwerp van zijn kunst, als wel de interactie die hij er zelf mee onderhoudt. De lagen die hij wegschraapt en in nieuwe vormen gebruikt kunnen op die manier paradoxaal genoeg als een methode worden gezien om hem zelf, als persoon, van grond af aan op te bouwen. Voor zover we constructies zijn van de verhalen die we onszelf vertellen -zo vertellen ons neurowetenschappers toch- zijn we evenals de werken van Charlie niet meer dan een plooibaar abstract begrip, ten prooi aan de lagen die we eraan toevoegen en die tegelijk de onderste lagen eroderen.
Je kan hetzelfde proces herkennen in het werk van Conrad Willems. Op het eerste gezicht nauwgezette, robuuste bouwsels, tot je beseft hoe minutieus ze werden opgebouwd, zonder lijm of fundament, en dus hoe broos de constructie wel is. De afzonderlijke elementen zijn deels inwisselbaar; de handleiding kan je ook hier in principe naar je eigen hand zetten, al is dit niet geheel zonder risico. De bestanddelen blijven zichtbaar, maar vormen onmiskenbaar een coherent geheel. Beide behouden hun eigenheid, hun karakter. De blokken komen uit de speeldozen van onze kindertijd, waarmee hij onverholen parallellen trekt met het bouwsel van onze persoonlijkheid, ons aanvoelen van het ‘zelf’. Het is een effect dat nog het meest in het oog springt in zijn uit één stuk gegoten bouwdozen. Dat deze in verschillende kleurvarianten worden gebracht versterkt het gevoel van eigenheid, van de variaties aan dewelke onze persoonlijkheid onderhevig is, hoe coherent we ons deze ook menen te ervaren.
“Variaties en vormelijkheid” is volgens Lieven het centrale thema in de expo. Wat deze kunstenaars alleszins aantonen is dat vorm niet per se een vast begrip is, en dat variaties niet noodzakelijk op verschillen duiden. Realiteit, voor zover zoiets bestaat of gesteld dat we ons daar een idee van kunnen vormen, ligt onderhuids vervat in zowel het geheel als in de bouwstenen, maar ontsnapt per definitie aan het begrip ervan, en aan de gangbare noties van vorm en variatie.









(werken van Lieven Lefere, Charlie De Voet, Conrad Willems en David Boon door elkaar, ©TheArtCouch)
‘Stelsels‘ met werk van Lieven Lefere, Charlie De Voet, Conrad Willems en David Boon loopt van 22 september tot 27 oktober bij Tale Art gallery in Vlierzele. Klik hier voor alle info.
- Vanessa Van Meerhaeghe: De taal van de kunst als bevrijding van de maatschappelijke blik - juni 14, 2025
- (open brief) Mevrouw de minister, u vergist zich - juni 14, 2025
- Zet jouw kunstevent deze zomer in de schijnwerpers! - juni 11, 2025