“Mijn werk weerspiegelt een voortdurende zoektocht naar het pure, expressieve geschilderde gebaar; zij het binnen een gestructureerd kader”, schrijft Tom Andries. Het is een treffende verwoording voor de praktijk van heel wat kunstenaars: de wisselwerking tussen de impulsieve, onbewuste daad en vooropgezette idee van een bepaald richting, een gewenste eindresultaat. Een ‘gecontroleerde spontaneïteit’, zo je wilt.
Misschien (heel misschien) gaan kunstenaars met een opleiding grafische kunst hier nog net iets anders mee om. Zij werden aangeleerd (vermoed ik) om perfecte controle te houden over het eindresultaat van hun creaties, om alles tot in de puntjes afgelikt af te leveren. Zich overlaten aan de speling van toeval en wispelturige materialen moet, zo stel ik het me voor, louterend werken. Het laat ruimte aan het onbewuste om zich uit te spreken en het diepere innerlijke leven in een nieuwe, uitwendige vorm te gieten.
In die zin is het niet verrassend dat een grafisch kunstenaar als Tom Andries vaak nummers gebruikt voor zijn schilderkunst. Voor C.G. Jung vormden nummers immers een fundamenteel archetype, hij mat ze in verschillende teksten zelfs mythologische en goddelijke kwaliteiten toe, en meende dat ze het potentieel hadden om numineuse effecten te sorteren. Dat ze voor een kunstenaar als brug kunnen dienen tussen bewuste en onbewuste processen, hoeft in het licht hiervan niet te verbazen.
Het effect wordt in het werk van Tom nog versterkt door de techniek die hij gebruikt. De grote, zwarte inktvlekken die direct op het canvas worden aangebracht voelen Oosters aan; als een Westerse, brutere vorm van subtiele kalligrafie. Het verstand en de ratio bepalen de finale uitwerking, het proces zelf blijft echter zuiver intuïtief, zo lijkt het toch. Beide zijn per slot van rekening misschien uitingen van eenzelfde principes.
Antagonismen zijn per slot van rekening een Westerse ‘uitvinding’. Het redeneren in juist-fout helpt ongetwijfeld ons wetenschappelijk denken vooruit -vandaar dat deze manier van denken gemeengoed lijkt te zijn-, maar we vergeten al te vaak dat het niet de enige mogelijke zienswijze is. In zijn boek How the world thinks gaat Julian Baggini dieper in op deze andere manieren, en hoe ze nog sterk zijn ingebed in de hedendaagse cultuur van volken met een andere filosofische achtergrond – een proces dat door de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty zo mooi sédimentation genoemd werd.
Baggini wijdt in het boek een hoofdstuk aan de relatie tussen filosofie en religie. In het Westen zien we beide als min of meer duidelijk onderscheiden onderwerpen, of invalshoeken. Volgens Baggini ligt het echter moeilijker. Neem nu de Islam, waar twee stromingen (de rationele en de intuïtieve ‘lezing’ van de Koran) eeuwenlang afwisselend de bovenhand hadden. Heel vaak vloeiden deze interpretaties moeiteloos in elkaar over, waaruit blijkt hoe inwisselbaar beide begrippen wel zijn. Het zijn, uiteindelijk, misschien zienswijzen met eenzelfde dieperliggende oorsprong.
Iets soortgelijks doet zich misschien voor in het werk van Tom, en bij uitbreiding in het werk van heel wat kunstenaars: het verzoenen van tegenstellingen, in zijn geval het intuïtieve en het rationele. Verre van mij de gedachte om zijn werk religieus te willen noemen (hoewel…), maar er kleeft omwille hiervan zeker een spirituele dimensie aan, een zoektocht naar een mogelijkheid tot essentie…





Werk van Tom Andries is nog tot 26 maart te zien bij Remy Wezenbeek in Antwerpen. Klik hier voor alle info!
- AI en kunst: het werk van Stijn Seys tussen ambacht en algoritme - februari 8, 2025
- Een bloem is een bloem en zoveel meer… Een meditatie over het werk van Mireille Robbe - februari 7, 2025
- “Vluchtig, absurd, expliciet, illustratief en instinctief,” een nieuwe cocktail bij Katapultt - februari 1, 2025