Walter Swennen, het consequent non-conformisme als kunstvorm

Hij is tegen het insluiten van kunst in vastomlijnde stijlen. Een stijl hanteren, als kunstenaar, impliceert een bepaalde routine. Het maakt het werk identificieerbaar, en dus, in zekere zin, pretentieus. Zich in een stijl nestelen betekent dat men als kunstenaar onmiddellijk herkenbaar is. Kunstenaars die zich een stijl aanmeten laten zich leiden door externe impulsen, ze werken zelden vanuit zichzelf. Ze zijn niet meer ‘waakzaam’ op het moment van creatie.

Hij hekelt evenzeer de associatie van kunst met iets als een vocabularium. Het klinkt nochtans mooi: een kunstenaar die een eigen woordenschat hanteert, vol persoonlijke symboliek en beeldtaal. Maar het is niet aan hem besteed: “La peinture n’est pas un language!” Taal beantwoordt aan bepaalde wetmatigheden, bepaalde regels. Kunst moet daar per definitie juist niet aan voldoen.

Ook is kunst, volgens hem, geen afstandelijk ‘concept’, iets dat zich buiten de realiteit verheft. Een kunstwerk is een object, veelal driemimensionaal, maar alleszins iets dat op zich bestaat, dat niet reproduceerbaar is . Het verklaart zijn afschuw voor de tweedimensionale afdruk van een kunstwerk. Zelfs al worden alle details ervan toegelicht, het evenaart op geen enkele manier het object zelf, of de tactiele ervaring ervan, bij de kijker.

Zoveel ‘anti’s‘. Het zou een mens somber maken. Niettemin, in een heersende, groeiende cultuur van moreel aanvaardbaar gedrag en discours die, op wat merkwaardige uitzonderingen na, politiek correct zijn, is een rebelse stem misschien hoogst noodzakelijk. Misschien moeten wat meer hedendaagse kunstenaars een anti-stem laten horen, of laten zien, eerder dan zich aan te sluiten bij de anonieme massa die sowieso in hordes dezelfde vooraf uitgestippelde weg bewandelen. Waar hebben we anders kunstenaars voor nodig? Het is maar een vraag.

Niet dat Walter Swennen, want om hem draait dit artikel, tegen alles is. Geenszins. Maar in zijn ogen heeft kunst een andere betekenis, die zich slechts kenbaar maakt in de relatie tussen het werk en de kunstenaar. “Quand on peint on forme un couple avec le tableau”. On se regarde mutuellement, il se passe quelque chose“, legt hij uit in het interview hieronder, afgelegd ter gelegenheid van zijn expo bij Xavier Hufkens in 2019.

Er mag dan nog een innige band bestaan tussen de kunstenaar en zijn werk, dat betekent volgens hem niet dat derden daar geen rol in spelen. Ze creëren juist een noodzakelijke ruimte tussen beide, een rustpunt misschien, alleszins een bemiddelaar in deze bijzonder complexe relatie. Al hoeft deze derde niet noodzakelijk een persoon te zijn. Tijd vervult bijvoorbeeld eveneens een verzoenende rol.

De werken mogen dan nog in een spontane opwelling te lijken ontstaan, frivool, onbesuisd, rebels, wat het interview alleszins aantoont is dat de kunstenaar grondig nadenkt over waar hij mee bezig is, waar zijn kunst hem heen drijft. Het is geen ijdele bezigheid. “On fait de la peinture pour voir ce que cela donne, donc il faut le faire“, besluit hij het interview. Kunst uit noodzaak, maar ontsproten uit een fundamentele nieuwsgierigheid. Beter kan het niet verwoord worden…

Intussen blijft de 74-jarige kunstenaar naarstig zijn nieuwsgierigheid bevredigen, en aan zijn oeuvre verder timmeren. In 2020 maakte hij een reeks nieuwe werken, die vanaf eind januari te zien zullen zijn bij Xavier Hufkens. Een mooie gelegenheid om deze bijzondere kunstenaar te (her)ontdekken! Deze beelden geven alvast een voorsmaakje, maar mis vooral het interview niet onderaan, noch de tentoonstelling in januari uiteraard!

Courtesy the Artist and Xavier Hufkens, Brussels. Photo credit: HV-studio


De tentoonstelling Walter Swennen, Parti chercher du white spirit
loopt van 27 januari tot 27 februari 2021 bij Xavier Hufkens

Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op