De laatste weken verdiep ik me in wat men kunstfilosofie is gaan noemen. Heen en weer geslingerd tussen Platos inzicht van kunst als mimesis, Kants begrip van het ‘genius’ en ‘het sublieme’, het historisch determinisme van Hegel of Marx, tot het begrip simulacre van Baudrillard, het lijkt soms of de kunstliefhebber een keuze moet maken tussen deze inzichten teneinde de schijn te wekken iets van kunst te begrijpen.
Moet dit wel? Ellen Winner maakt in haar boek How Art Works een treffende vergelijking, ‘kunst’ kan je als begrip misschien best vergelijking met iets als ‘spel’. Een schaakpartij tussen vrienden of een kind die een vlieger maakt van een stuk papier: we begrijpen beide als vormen van ‘spel’, hoewel ze fundamenteel verschillen. Zo zou kunst ook in heel veel gedaanten voorkomen en met verschillende invalshoeken kunnen worden besproken, hoewel ze allen onder dezelfde noemer vallen.
Er is weliswaar een wezenlijk verschil tussen kunst en spel (als begrip!), zo wijst Winner er ook op. Wil jij schaken maar je vriend niet, je zal er geen aanstoot aan nemen. Het is een voorkeur die je kan vatten, en respecteren. Hou je van een bepaald kunstwerk maar je vriend vindt het nonsens, de kans is groot dat je hem zal trachten te overtuigen van jouw standpunt; zijn tegenwerping zal je zelfs persoonlijk opvatten, als viel hij iets wezenlijks van jou als persoon aan, of trok hij een wezenlijk bestanddeel van je persoonlijkheid in vraag (lees het bijzonder amusante en scherpzinnige toneelstuk Art van Yasmina Reza nog eens!). Wat kunst met ons doet, het lijkt veel dieper door te dringen dan een willekeurige gebeurtenis, activiteit of mening. Het tast door tot de vezels van onze identiteit, ons zelfbeeld.
Komt dit omdat we ons vereenzelvigen met de kunstwerken die we graag zien? Houden ze ons op een of andere manier een spiegel voor? Hiervoor moeten we wat dieper duiken in de psychologie van kunst, iets waar de meeste kunstfilosofen jammer genoeg van terugschrikken. Ongetwijfeld zal bij de maker van een kunstwerk een deel van zijn onderbewuste komen bovendrijven, in de vorm van verdrongen complexen en lusten (Freud), of emanaties van dieperliggende archetypes (Jung), en alle mogelijke schakeringen ertussenin.
Wat kunst bij de kijker losweekt, daar bestaat meer onenigheid over. Is het werk een projectiescherm waarop de kijker zijn eigen emotionele knopen in ontwart, of doet hij dit onbewust door middel van het proces die de maker heeft doorstaan, en is hier dus in zekere mate sprake van een transfer? In beide gevallen dient het kunstwerk als medium, maar moet het dan over bepaalde intrinsieke kwaliteiten beschikken die dergelijk effect kunnen sorteren? Welke zijn die kwaliteiten dan? Hoe komt het dat ze bij elke kijker verschillend zijn? Misschien werken beide mechanismes wel tegelijk, of zijn ze slechts in schijn verschillend, als twee verschijningsvormen van eenzelfde onderliggend proces.
Het werk van Elfie Kristiana vormt een mooi voorbeeld van hoe dit zou werken. Sinds ze na een aanslepende ziekte pen en papier in de hand nam om er ongeremd haar intieme gedachten tot tekeningen te verwerken, ontpopt haar werk zich op talrijke manieren, maar steeds is ze op zoek naar dieperliggende gronden en betekenislagen. Dermate zelfs dat het resultaat haar vaak als eerste verrast, wat dan weer als alibi dient om nog dieper te graven.
Neem de titel van haar nieuwe tentoonstelling: xx. Aan gelaagdheid geen gebrek: het ondeugende van een x-rated film, gecensureerd voor gevoelige kijkers, of juist voor ongevoelige; een afscheidskus op het einde van een email, te schuchter om in drievoud op te doemen, maar te weinigzeggend in enkelvoud. Ook hier ‘hangt’ de gedachte tussen twee entiteiten in, de xx kan je per slot van rekening ook als fysiek bindmiddel zien, als een schakel of een ketting die twee werelden verbindt die bij elkaar horen maar op artificiële wijze van elkaar werden gescheiden: het onderbewuste en het bewuste.
Ik kan nog een tijdje doorgaan. De vraag blijft echter: wat gebeurt er met de kijker? Wordt hij uitgenodigd hetzelfde proces te doorstaan en laag na laag zijn bewustzijn af te pellen om tot de diepere lagen van zijn onbewuste door te dringen? Of dienen de werken als spiegelbeeld en hoeft hij enkel getuige te zijn van het resultaat om een ander perspectief op zijn eigen leven te bekomen? Meanderend door haar schetsboeken, haar tekeningen en foto’s, haar recente reeks schilderijen, valt me op hoe rijk een innerlijk leven kan zijn. Rijk in de zin van verrassend, onvoorspelbaar, van volheid in Jungiaanse zin.
Het vergt enige moed om deze voor velen ongekende gebieden te verkennen, een onverschrokkenheid die enkel is weggelegd voor ontdekkingsreizigers in hart en ziel. Letterlijk, in dit geval, gezien de reis enkel in zichzelf wordt ondernomen. In spirituele zin is er geen verschil tussen het zelf en de omgeving, dus de tocht die je aanvangt in jouw ‘zijn’ is evengoed een tocht in de ‘buitenwereld’. Je hoeft je niet te verplaatsen om nieuwe gebieden te verkennen. Pen en papier is voldoende, net als het kijken naar een kunstwerk.
Met haar werk neemt Elfie je mee op haar tocht, zeker, maar niets verhindert om er jouw eigen paden in te bewandelen. Ze duidt enkel een algemene richting, reikt enkel een mogelijk reisdoel aan. De eindbestemming is dezelfde, welk pad je precies neemt is aan elk van ons om te bepalen.
De expo xx loopt van 21 april tot 14 mei bij Van Landeghem Gallery. De vernissage vindt plaats op 21 april om 19u met een kort voorwoordje door mezelf. In de tuin zijn beelden te zien van Hilde Van de Walle. Klik hier voor alle informatie!
(foto’s tijdens de opstelling van de expo: Elfie Kristiana & Geert van Landeghem)






Op de expo wordt ook een selectie van Elfies schetsboeken te koop aangeboden, uitgegeven door TheArtCouch! Aarzel niet om jouw exemplaar mee te nemen!