Een bezoek aan de (relatief) nieuwe Galerie Mees-Van De Wiele in Gent

Terwijl enkele galerieën ermee ophouden zijn er andere in volle bloei. Het mag gezegd: het is een stevige keuze. Veel mensen onderschatten de hoeveelheid werk dat een galerie verzet, en de risico’s die ermee gepaard gaan. De meesten beginnen eraan uit enthousiasme en passie, redenen die misschien als enige tot een mate van succes kunnen leiden wanneer ze lang genoeg aanhouden. Het helpt wellicht wanneer je het samen met anderen doet, om de taken te verdelen, maar evengoed om een evenwichtige keuze te maken van kunstenaars om te presenteren of te vertegenwoordigen. Het helpt ook wanneer je de mogelijkheid hebt om geduldig de galerie op te bouwen en ze organisch te laten groeien.

Steven Mees en Christophe Van de Wiele startten hun galerie in Aalst. Strategisch goed gelegen, en de vernissages zaten regelmatig overvol. Maar om een of andere reden zien ze het groter. Begin dit jaar verhuisden ze naar de Kouter in Gent, deels uit voorliefde voor de stad, deels uit de vaststelling dat het aanbod aan kunstgalerieën er in vergelijking eerder mager is -al is die er wel, maar jammer genoeg liggen de interessante galerieën en kunstinitiatieven verspreid over de stad. In ons gesprek dromen Steven en ik luidop van een centrale plek in de stad waar kunstgalerieën en -initiatieven als trekpleister zouden dienen. De kans om dit in de kazernes te doen is verkeken, het zou ideaal geweest zijn op een boogscheut van het S.M.A.K. en het K.M.S.K.. De Kouter biedt misschien nog mogelijkheden? Enfin.

De galeristen wouden het bewust knus houden; kunst komt niet tot zijn recht in een perfect afgemeten white cube. De verbouwingen onthulden enkele verrassingen, zoals een stenen plafond in de kleine ruimte, die ze in hun eer behielden. Huiselijk kan je het niet noemen, niettemin voel je je er onmiddellijk op je gemak. De glazen wanden in de ruimte beneden zorgen voor een wijds zicht op de kunstwerken maar wekken evengoed de nieuwsgierigheid: kunstenaars die er tentoonstellen mogen er vrijelijk op kladden. Steven vertelt met een uitnodigende glimlach dat bezoekers hier gerust een uur of twee van een koffie mogen genieten en een babbeltje slaan.

Dit vertaalt zich ook in de keuze van kunstenaars die de galerie presenteert. Eclectisch, zeker, wat geen kwaad kan. Maar steeds ontstaan vanuit de interesse die kunstenaars wisten op te wekken bij beide galeristen. Opvallend internationaal ook: van de Franse kunstenaar Benka naar de Chileense Maria Jose Benvenuto of de Amerikaan Ted Collier. Een heel duidelijke lijn zal je er niet in terugvinden, wel een homogeen intuïtieve benadering van de intrinsieke kwaliteit van kunst en de intense verrassing die ze kan opwekken bij de kijker. Hun oog valt overigens evengoed op Belgische kunstenaars. Op de recente Belgian Art & Design Fair presenteerde de galerie bijvoorbeeld werk van Renée Pevernagie en Tim Bruggeman.

Ik bezoek de galerie vlak voor de opening van de solotentoonstelling van de Turkse kunstenaar Horasan. Bevreemdend werk dat ontstaat uit een mix van persoonlijke herinneringen en een sterk vervormde kijk op het heden, wat resulteert in verwrongen ledematen en lichamen die als lachwekkende nachtmerries aanvoelen. Een vreemde keuze voor mensen die dagdagelijks rationeel met het menselijk lichaam omgaan. Of misschien juist niet…

In ieder geval een boeiende kunstenaar om te ontdekken, en dito galerie om te volgen.


De expo Up and down van Horasan loopt nog tot 3 december 2023 bij Galerie Mees – Van De Wiele, Kouter 22, Gent. Klik hier voor alle info!


Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op