‘In her hands’, van vrouwelijke kunstenaars tot feministische kunst

Het recent bericht over de omdoping van het Mougins Museum tot een museum uitsluitend gewijd aan vrouwelijke kunstenaars lokte heel wat reacties uit. Ook over dit thema vervelt de publieke opinie tot twee kampen, zo blijkt. Talrijke lezers menen dat de aandacht van de kunstwereld voor vrouwelijke kunstenaars een rechtzetting is van een historisch onrecht – de invloedrijke studie van Linda Nochlin uit 1971 blijft jammerlijk relevant en actueel. Anderen wijzen er dan weer op dat ook positieve discriminatie een vorm van discriminatie is, en dat juist de notie van kunst zich zou moeten losrukken uit alle pogingen tot netjes afgebakende categorieën.

Als kunst al een graadmeter mag zijn van maatschappelijke verschuivingen zou je uit deze discussie kunnen concluderen dat nagenoeg alle actuele thema’s tot schisma’s leiden tussen tegengestelde opinies, tot diep in alle vezels van onze blik op de maatschappij, hoe kritisch, genuanceerd of neutraal deze ook moge zijn. De mens lijkt meer en meer gedwongen tot het nemen van standpunten om zich te definiëren, of om op zijn minst een gevoel van consistente eenheid te verwerven en te bestendigen.

Laat deze discussie nu net oplaaien in tijden waar zowel wetenschappers als filosofen zich trachten los te rukken uit de klassieke logica. “Iets is of is niet, maar kan niet beide zijn”, lijkt langzamerhand een achterhaald concept te worden. Dit geldt evenzeer voor maatschappelijke thema’s, wisten de postmoderne denkers. Al hoef je daarmee niet te vervallen in een allesomvattend relativisme, zo toont filosoof Jan Keij onder meer aan in zijn net verschenen boek Postmodern denken, het ethische fundament. De “concrete maatschappij” moet zich volgens post-modernisten weliswaar losrukken van “de leiband van een abstracte theorie”, het betekent niet dat het zonder normen zou zijn.

Biedt dit een antwoord op de vraag of de opkomende aandacht voor vrouwelijke kunst al dan niet een goede zaak is, hoor ik u denken? Op een vreemde manier wel. Het betekent namelijk dat elk stukje herwonnen rechtvaardigheid terecht is, ook al gaat het hiermee in tegen de even rechtmatige maatschappelijke onderstroom. Hoe tegenstrijdig ook zijn beide standpunten vanuit ethisch standpunt evenwaardig. “Van het denken waarheid verwachten, betekent dat we de behoefte om te denken verwarren met de drang om te weten“, schreef Hannah Arendt. Het onderscheid is subtiel, maar wezenlijk.

Dat er nagedacht wordt over de specifieke stem van vrouwen in de kunst, zelfs over feministische kunst, en dat deze reflectie vorm krijgt in een groeiend aantal initiatieven rond dit thema is zo bekeken geen uiting van een exuberante geldingsdrang of een tegentijdse poging om een historisch onrecht recht te trekken, maar een autonoom stukje waarheid met een algemene geldigheid.

Het is niet makkelijk te behappen voor onze rationele manier denken, geef ik toe. En wellicht helpen de omwegen die ik hier maak om aan te tonen dat tentoonstellingen die de feministische kijk op kunst en het leven al onze aandacht verdienen mijn betoog niet. Mijn excuses hiervoor, ik laat me soms wat gaan. Er bestaat nog geen naam voor deze aandoening vrees ik. Wel een aantal spreekwoorden. “Elke vogel zingt….” bijvoorbeeld.

De laatste weken worden een groeiend aantal initiatieven rond vrouwelijke kunstenaars onder mijn aandacht gebracht (wat dan weer de vraag doet rijzen naar de exacte richting van causaliteit, maar dat is een ander verhaal). Gisteren opende bijvoorbeeld de expo In her hands bij Remy-Wezenbeek in Antwerpen. Vijf vrouwelijke kunstenaar die resoluut een plek opeisen in de kunstwereld, talrijke argumenten bij de hand, gaande van de onuitputtelijke reeks symbolen waar de vrouwelijkheid mee geassocieerd kan worden, naar de concrete kracht die de maatschappij kan putten uit een feminine blik erop -dit laatste is zeker geen contradictie, zo blijkt telkenmale uit de menselijke geschiedenis.

Het is zoeken naar de rode draad doorheen de werken van de vijf kunstenaars, al ligt deze in hoge mate in de titel van de expo vervat. Voor allen start het leven figuurlijk in de handen van de vrouw, voor de meesten onder ons ook letterlijk. Prille persoonlijkheden worden geboetseerd in de handen van de moeders, en hiermee is de onstaansgeschiedenis van de mensheid vooreerst een matriarchale aangelegenheid. Tegelijk verwijst de titel naar de werktuigen die van oudsher vrouwen wisten te gebruiken om dingen -in figuurlijke, letterlijke en persoonlijke zin- te doen groeien. “Het ambachtelijke is bij elk van hen op een unieke wijze aanwezig”, schrijft Dette van Zeeland over de expo. “Dat hebben we als vrouw steeds gedaan. We werken met wat er is, vanuit onze intuïtie, met heel ons hart, vol geestdrift, vanuit onze ziel.”

Vrouw vs. man, het zijn categorieën die tot clichés uitnodigen. Het intuïtieve tegenover het rationele, verfijnde emotie tegenover brute kracht. Het zijn geen netjes afgemeten tegenstellingen, beseft iedereen wellicht. In de woorden van Ilja Pfeijffer: “geen man zal ooit een groot man zijn als hij niet ook een vrouw durft te zijn.” Ik zie -als man weliswaar- feminine expo’s dan ook als een uitnodiging om dieper in mezelf te graven, op zoek naar een grootsheid die er mogelijks in ligt vervat. Vrouwen lijken me hier minder diep voor te moeten graven, vandaar misschien dat vrouwelijkheid doorheen de geschiedenis door mannen werd bedolven en verborgen. Uit ongezonde jaloezie. Het is precies waar zo’n expos betekenis uit halen: het kunnen putten uit een andere kracht, vanuit een alternatief standpunt een vorm van waarheid gewaarworden die de onze vergezelt en vervolledigt. Dat het vrouwelijk of mannelijk is is hierin misschien van ondergeschikt belang, zolang het anders is. Dat de vrouwelijke nu (pas) ten volle onder de aandacht wordt gebracht kan ik, als man weliswaar, enkel toejuichen…


In her hands met werk van Sonia Aniceto, Yasmine Akondo, Sophie Pillen, Iana Sholenbakh en Wilma Kun, gecureerd door Ellen Wezenbeek, loopt van 13 oktober tot 24 november bij Remy – Wezenbeek, Kattendijkdok Westkaai 71 – Het Eilandje – Antwerpen Noord Klik hier voor alle info.


PS: Op 29 oktober verzorg ik een korte inleiding voor de expo Female van Veerle Verbeke in het Kasteel Borluut – ik beloof plechtig tegen dan mijn gedachten wat duidelijker geformuleerd te krijgen.

Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

2 Comments

  1. Kijk ook een bij Intro 22a, een uit louter vrouwen bestaande expo bij De Melkerij .
    INTRO 22A, expo 12.10/ 9.11 Melkerij, Kerkstraat 22a, 3020 Veltem-Beisem BE

    De uit vier sculpturen bestaande installatie “Stages of Life” is daar van mij te zien.
    -girls don’t cry
    -love
    -dance
    – days that count

    Met veel plezier en spanning nodigen we je uit voor de groepstentoonstelling INTRO 22A, in De Melkerij. Deze tentoonstelling bestaat uit een eclectische mix van abstract en figuratief werk van kunstenaars; Alessandra Ruyten, Bieke Buckinx, Ephameron,
    Eva Lynen, Katrien Vanderlinden, Marieke Bolhuis, Nina Vandeweghe en Noa Verborgh.

    De tentoonstelling loopt t.e.m. 9 november.
    Vrij toegankelijk op zaterdagen van 14:00 – 17:00 of op afspraak via hallo@demelkerij.eu.

    We kijken er alvast naar uit om je te ontvangen!

    Hallo@demelkerij.eu
    http://www.demelkerij.eu

    Post a Reply

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op