I prefer living in colour. Aan deze woorden van David Hockney moet ik onbewust denken wanneer ik de woning van Inge Daveloose betreed. De muren exposeren de artistieke passie waarmee ze al drie decennia bezig is en op deze tentoonstelling A space, Reflection in between paintings, an Exhibition naar buiten treedt. Voldoende redenen om Inge te interviewen over leven en kunst.
Het werk ‘Arthur, Lockdown 2021’ waarmee ze in datzelfde jaar de eerste prijs won bij het Nederlandse AVRO/TROS programma Het geheim van de meester, heeft momenteel een prominente plek in haar atelier gekregen in afwachting van de tentoonstelling. Maar ook andere portretten en parkgezichten getuigen van een lange artistieke periode.
“Ik ben inderdaad met kunst opgegroeid,” getuigt Inge. “Mijn vader was geen onverdienstelijk schilder en samen met mijn moeder deelde hij een passie voor keramiek. Maar niet alleen mijn ouders waren artistiek bezig. Een oom die in Parijs woonde was componist en een ander familielid was architect/schilder en won ooit de prestigieuze Prix-de-Rome-prijs. Kunst en muziek hebben dus inderdaad altijd een vaste plek gehad in mijn leven.”
Als je van kleins af aan omringd werd door kunst, dan zal het wel niet moeilijk zijn om ons te verklaren wat kunst voor je betekent.
Zo gemakkelijk is die vraag niet (glimlacht). Ik had ooit een prof esthetiek die zwoer bij het adagium dat kunst je moet raken en ontroeren. En zo voelt het ook voor mij. Ik weet nog dat ik als jong meisje van twaalf jaar ooit voor een schilderij van Rembrandt in het Rijksmuseum stond en gefascineerd werd door het lichtspel op de parels in het werk. Ik probeerde zo dicht mogelijk bij het doek te komen om het geheim te ontfutselen van hoe Rembrandt het licht schilderde. Dergelijk lichtheid vind ik ook terug in het werk van Vermeer. Een licht-heid die voor mij beide begrippen dekt. Niet alleen als waardering van kleur, maar ook als antithese van zwaarte. Hoe mooi de werken van Rubens en Caravaggio ook mogen zijn, voor mij hebben ze niet diezelfde licht-heid die ik vind bij Vermeer of Rembrandt.


Je kan je dan ongetwijfeld vinden in de woorden van Marc Chagall. “Color is all. When color is right, form is right. Color is everything, color is vibration like music; everything is vibration.”
Dat klopt inderdaad. Ik wilde oorspronkelijk abstract schilderen. Loskomen van beelden en kleuren laten spreken zoals Rothko deed in zijn colorfield paintings. Kleur boven vorm. Maar ik moet toegeven dat ik in dit gekleurd minimalisme het spel van de lichtinval miste.
Dat is dan toch veranderd als ik rondkijk in je atelier. Het merendeel van je werken zijn toch wel figuratief te noemen.
Ik ben werkzaam in de wereld van de animatie en heb samengewerkt met bekende regisseurs als Raoul Servais, Don Bluth en Richard Williams. De digitale intrede zorgde voor een enorm snelle evolutie en grote veranderingen in de animatiewereld. Op een gegeven moment werd ik getroffen door het beeld van mensen die op het gras zaten in een park. Deze kleine Déjeuners sur l’herbe waren een epifanie voor mij. De rust van deze bucolische tafereeltjes stond in schril contrast met de steeds sneller veranderende wereld rondom mij. Net daarom was dit contrast zo confronterend.
Deze parkbeelden nemen inderdaadeen prominente plek in binnen je oeuvre. Wat me dadelijk opvalt is de anonimiteit ervan. Achtergronden vervagen tot een abstract kleurenpalet waarop je even anonieme figuren weergeeft. In tegenstelling tot je portretten blijven deze mensen afwezig. Ze zijn druk bezig in hun eigen wereld, kijken op een map, rusten of zijn in gesprek met vrienden. Slechts één persoon heb ik gevonden die de toeschouwer recht in de ogen kijkt. Alleen … haar ogen gaan schuil achter de donkere lenzen van een zonnebril. Hoe moeten we dit interpreteren?
Bij de parkbeelden observeer ik als een fotograaf die door de lens op zoek gaat naar een onderwerp. Het beeld is onscherp en wint pas later aan focus. In deze schilderijen komen dus twee fotografische momenten samen: de zoektocht die ik toon in de onscherpe achtergrond en de tegelijk scherpe focus op de mens.



De anonimiteit van je parkbeelden staat in schril contrast met je portretten die je wel rechtstreeks aankijken.
Dit klopt. En ook het formaat van deze werken is kleiner. Ik werk heel intuïtief en in tegenstelling tot de parkbeelden of mijn abstract werk vragen deze portretten geen grote canvassen. Het is mijn bedoeling om in totaal acht portretten te maken. Ik weet wat ik me op de hals haal (lacht) als je weet dat ik bijna zes maanden aan een olieverfportret werk. ‘Arthur, Lockdown 2021’ is trouwens ontstaan als een geschenk voor een neef. Toen hij een nieuwe woning betrok, wist ik niet goed wat te geven. Daaruit rijpte het idee om iets te schenken dat voor de eeuwigheid zou zijn, iets waar je naar kan kijken en eventueel doorgeven aan de volgende generatie. Het was wel leuk om iedereen te horen vragen waar het werk zou komen te hangen.
Je zegt dat je bijna een half jaar werkt aan een portret. Wanneer is een werk dan ‘af’ voor je?
Een goede vraag. Wanneer ik denk dat het genoeg geweest is. Ik ben iemand die blijft aanpassen in haar werk. Er is dan ook geen dag dat ik niet in mijn atelier ben. Ik ben kritisch voor mijn eigen werk. Als docent vertel ik mijn studenten altijd dat ze niet hebben leren lezen en schrijven op enkele dagen en dat ze dit ook niet mogen verwachten van hun schilderkunst. Het klinkt misschien als een cliché, maar twijfel is belangrijk. Twijfel doet je evolueren.
En is twijfel een structureel onderdeel van uw oeuvre? Met andere woorden hoe ziet je artistieke dag eruit?
Tja, iets minder gestructureerd dan ik wel zou willen. Ik geef les en heb dus niet altijd tijd. Maar ik probeer wel elke dag in mijn atelier aanwezig te zijn. Gelukkig is het maar naar een andere kamer trekken (lacht). Maar vrienden weten het meestal wel wanneer ik in een artistieke flow zit omdat ik dan even van de aardbol verdwijn. Maar daarna maken we het wel goed hoor.
En nu is het grote moment om buiten te komen met je werk. Na twee eerdere solotentoonstellingen in Berlijn is dit je eerste solo in België. Hoe voel je je?
Wel in feite zo’n beetje zoals met dit interview (lacht). Het voelt een beetje onwennig maar ik weet dat het nodig is. Dat ik er klaar voor ben. Zoals ik al eerder zei, ben ik druk bezig met mijn portretten. Maar ik kreeg de gelegenheid om tussendoor te exposeren. Vandaar ook de titel van de tentoonstelling: A space, Reflection in between paintings, an Exhibition. Een opportuniteit die ik niet laat voorbijgaan.
Meer info over het werk van Inge vind je op haar website https://inge-daveloose.com/
A space, Reflection in between paintings, an Exhibition opent op vrijdag 11 november
Locatie: Sint Janstraat 8, 8000 Brugge
- Stilte die spreekt, mijmeringen bij de expo Lacuna - januari 15, 2025
- Rens Cools: kunst als meta-taal, en de podcast als kunstwerk - december 11, 2024
- Nachtdieren: een dialoog tussen licht en schaduw - november 27, 2024