Van de oprichting van het tijdschrift Présence Africaine tot Revue Noire, brengt de tentoonstelling Paris Noir in het Centre Pompidou een eerbetoon aan de invloedrijke maar onderbelichte aanwezigheid van zwarte kunstenaars in Frankrijk tussen 1950 en 2000. Met maar liefst 150 kunstenaars uit Afrika, de Caraïben en de Amerika’s, biedt de tentoonstelling een nieuwe blik op werken die zelden eerder in Frankrijk te zien waren. Deze grote culturele onderneming laat zien hoe deze kunstenaars, vaak vanuit de marge, het Franse kunstlandschap diepgaand hebben beïnvloed.
De tentoonstelling is een zintuiglijke reis door een kosmopolitisch Parijs: een broedplaats voor verzet, creatie en culturele uitwisseling. De bezoeker wordt meegenomen langs abstracte stromingen – van internationale tot afro-Atlantische abstractie – surrealisme en vrije figuratie. Vier speciaal gecreëerde installaties van Valérie John, Nathalie Leroy Fiévee, Jay Ramier en Shuck One bieden actuele perspectieven op dit rijke erfgoed. Centraal in de opstelling staat het beeld van de ‘zwarte Atlantische Oceaan’, een poëtische metafoor voor verbinding, beweging en het ‘Tout-Monde’ van Édouard Glissant. Het resultaat is een levendige cartografie van Parijs als knooppunt van werelden, vriendschappen en artistieke netwerken.
Deze ambitieuze tentoonstelling is het resultaat van tien jaar intensief onderzoek onder leiding van curator Alicia Knock en haar team, waaronder Éva Barois de Caevel en Aurélien Bernard. Paris Noir is niet alleen een mijlpaal in de herziening van de kunstgeschiedenis, maar vormt ook het startpunt van een grootschalige aankoopcampagne van het Centre Pompidou, met bijzondere aandacht voor kunst uit de Franse overzeese gebieden.
Hessie: poëzie van eenvoud en kracht
Binnen deze indrukwekkende groep kunstenaars neemt Hessie (Carmen Lydia Djuric) een unieke plaats in. Geboren in 1936 in de Caraïben, ontwikkelde zij in Frankrijk een oeuvre dat balanceert tussen het persoonlijke en het politieke, het poëtische en het minimale. Met eenvoudige materialen zoals katoen, papier, gekleurde draden en alledaagse objecten, creëerde zij krachtige werken die zowel doen denken aan het minimalisme als aan het Nouveau Réalisme.
Na een verblijf in New York, waar ze werkte als kopiiste, vestigde Hessie zich in 1962 in Frankrijk, samen met haar partner, de schilder Dado. In hun huis-atelier in Hérouval werkte zij tot aan haar overlijden in 2017 aan een oeuvre dat vandaag de dag nog steeds even urgent en vernieuwend aanvoelt. In Paris Noir wordt haar werk terecht opnieuw onder de aandacht gebracht – als stille maar onmiskenbare stem in de Franse kunstgeschiedenis.
Alvast een goede reden om Parijs op jouw bezoeklijstje te zetten!
“Paris noir Circulations artistiques et luttes anticoloniales, 1950 – 2000” loopt nog tot 30 juni in het Centre Pompidou in Parijs