De laatste tijd vallen me vooral kunstenaars op die op de een of andere manier met digitale middelen werken. In een wereld waarin algoritmes steeds meer ons leven bepalen, is het niet verrassend dat kunstenaars deze ontwikkeling omarmen, ermee experimenteren en de extremen ervan verkennen. Maar zoals bij elke grote verandering ontstaat er ook een tegenreactie. In dit geval is dat een groep kunstenaars die terugkeert naar de basis, naar het pure proces van creatie – als statement, of, voor de melancholieker gestemden onder ons, als laatste strohalm om onze menselijkheid te behouden.
“Ik hunker naar rustpunten, naar het verdwalen in een wereld zonder de constante druk van digitale invloeden,” zegt Nicolas Van Parys. “Het analoge bestaan, met zijn tastbaarheid en traagheid, biedt een tegenwicht aan de snelheid van de digitale wereld.” Die analoge wereld biedt hem troost, misschien op dezelfde manier als de modernisten in de 19e eeuw. Toen zochten zij, te midden van een door industrieel optimisme gedreven lelijkheid, naar manieren om de vergane natuurbeleving opnieuw te vatten. Tegelijkertijd waren er ook kunstenaars die diezelfde lelijkheid juist tot hun thema maakten.
Een “zoektocht naar bevreemding en schoonheid”, zo omschrijft Nicolas zijn dichte, intieme collages. Herkenbare objecten en figuren glijden er onmerkbaar in chaotische patronen, terwijl ze zich onderdompelen in een surrealistische sfeer. Hij balanceert voortdurend op de grens tussen het vertrouwde en het vreemde – het “weird and eerie”, om Mark Fisher nog maar eens te citeren (ik ben fan). Dat destabiliserende dubbele effect: zien wat je niet verwacht, en niet zien wat je zou verwachten.
Deze zoektocht naar het analoge en het tastbare past bij het tijdsgewricht, althans voor de Gen X’ers onder ons. De nostalgie naar de jaren ’70 – een tijd waarin technologie nog iets vreemds was, zowel afschrikkend als aanlokkelijk. Misschien ook het laatste decennium waarin menselijke autonomie nog enige houvast bood. “Mijn liefde voor de jaren ’70 – de architectuur, het design, de fotografie, de korrel van Super 8, de nostalgie van oude encyclopedieën – de voorloper van Google – en de aandacht voor de foto, dat zijn allemaal bouwstenen van mijn universum,” zegt Nicolas.
Nostalgie is een natuurlijke reflex, een verdedigingsmechanisme tegen de ongrijpbare dreiging van het onbekende. Vreemd genoeg lijkt dit sentiment een ruimte te kunnen innemen, zowel fysiek als mentaal – een “architectuur van het zijn”, zou je kunnen zeggen. Teruggrijpen naar intieme herinneringen, die zelf veranderlijk en verraderlijk zijn, maar uiteindelijk de enige bouwstenen vormen van wat we als een vastomlijnde identiteit ervaren. In die zin fungeert zijn werk als toevluchtsoord, een herinnering aan de tastbare wereld die schuilgaat achter het gepixelde scherm.
Daar hebben we per slot van rekening geen algoritmes voor nodig…





foto’s: Nicolas Van Parys
Het werk van Nicolas Van Parys is tot 27 april te zien op de expo ‘Anatomy of Desire’ bij Unframed Gallery in Gent. https://www.unframedgallery.be/exhibitions/10-anatomy-of-desire-a-solo-by-nicolas-van-parys/works/
- Vanessa Van Meerhaeghe: De taal van de kunst als bevrijding van de maatschappelijke blik - juni 14, 2025
- (open brief) Mevrouw de minister, u vergist zich - juni 14, 2025
- Zet jouw kunstevent deze zomer in de schijnwerpers! - juni 11, 2025
maart 26, 2025
heel mooie expo in unframed gallery – top werk op een top locatie.