Het vanitasmotief, eeuwenlang gekoesterd door mijmerende en contemplatieve beeldend kunstenaars. Het staat symbool voor het ijdele streven naar schoonheid en rijkdom, tegen het licht van de meedogenloze en nietsontziende dood, vaak gesymboliseerd door een mensenschedel, een zandloper of een gedoofde kaars. Speciaal voor de Oostendse Nacht, aan het einde van de donkere winterperiode, die de doodsgedachte in de natuur tastbaarder maakt, richt het kunstplatform CAS zich op het vanitasmotief.
Als binnenkomer tot het thema koos het voor de imposante kaarsenluchter van Lut Vandebos. De luchter meet ongeveer drie bij drie bij drie meter en is volledig opgebouwd uit textiel dat werd opgespoten met PUR-schuim. Dit werk domineert letterlijk de bel-etageruimte van het huis.

Nog in de Bel-etageruimte presenteert Tom Herck twee vergulde koeienschedels, een allegorie voor de confrontatie tussen oud en nieuw, de ene vanop een oude piano, de andere vanop een aluminium stijltafel van Belgisch ontwerpster Katrien Van Hulle. Wat verder aan de straatkant trekt een groot canvas van de hand van Vladimir Moszowski, getiteld Big Jump, de aandacht. Een springende (of vallende?) vrouw in een lege ruimte, boven een gevallen hert. Een vreemd tafereel dat perfect in harmonie lijkt te komen met de raampartij van de fysieke ruimte.

Verder vinden we werken van Karen Vermeren, Chrystel Mukeba en Marc Galle. Karen speelt met de transparantie van glas en plastic en confronteert die met de hardheid en ondoorzichtigheid van opengespleten keien. Het resulteert in een moduleerbaar kunstwerk dat de toeschouwer uitnodigt tot contact. Chrystel uit Sint-Gillis toont bijzonder kwetsbare, intimistische foto’s waarop het zwart domineert. Haar portretten van kinderen, bomen, sinaasappels, handen, kussens voelen aan als schilderijen, ook al werkt zij uitsluitend met natuurlijke belichting en manipuleert zij verder niets.
Sinds september gebruikt CAS-Oostende ook de kelderverdieping van het herenhuis als exporuimte, die de naam CAS-Underground mee kreeg, een knipoog naar de Velvet Undergound en de hele undergroundbeweging. CAS wil die ruimte dan ook vooral inzetten voor hedendaagse installatiekunst. In de lopende expo geeft het de ruimte aan een installatie waarin Karen Vermeren onder meer enkele bestaande dubbelde deuren met glaswerk heeft bewerkt. Zo creëert zij uitnodigende doorgangen naar een andere, parallelle wereld. Dat doet ook Marc Galle met zijn conspiracy-werken. Hierin zijn spiritisten te zien die contact zoeken met de overkant, maar waarbij de overkant uiteindelijk net dezelfde kant blijkt te zijn.

In de kelderruimte zijn tevens grote schilderwerken van Vladimir Moszowski (Darkness en Blacked) en Tom Herck (Decay goud en Decay zwart) te ontdekken, en een reeks kleine foto’s van Chrystel Mukeba, die opzettelijk te hoog zijn opgehangen, zodat je op een trapje moet klimmen om de details te ontdekken tussen het alomtegenwoordige zwart.
Een interessante kunstmix rond een boeiend centraal thema…

De tentoonstelling loopt nog in de weekends tot en met 1 maart, telkens van 15-18 uur, in de Frans Musinstraat 19 te Oostende. Klik hier voor alle info.