Volgens wetenschapper Rupert Sheldrake worden onze gedragspatronen gestuurd door een soort collectief geheugen, wat hij ‘morfogenetische velden’ noemt, die zelf voortdurend veranderen door de gedragingen van de leden van de groep. Onomstreden is deze theorie zeker niet, maar het vormt niettemin een mooie gedachte: dat we op een of andere manier gedreven worden door elke andere persoon die ooit heeft geleefd, of nog leeft.
De gedachte diende Ine Lammers als uitgangspunt in haar nieuwe reeks ‘morphic resonance‘. De immateriële velden krijgen eerst vorm in een aantal portretten, of eerder projecties van gezichten, onherkenbare gelaten die in afwisselende staat van scherpte en duidelijkheid vertoeven, soms huiveringwekkend dichtbij, om dan langzaam te vervagen en, vervormd, terug te verschijnen, in een soort zachte deining, schrikwekkend en op een vreemde manier geruststellend, dan eens troostend, dan eens dreigend.
Mocht Sheldrake gelijk hebben in zijn theorie over morfogenetische velden, hij zou zich geen betere voorstelling ervan mogen inbeelden.
In het tweede deel van de reeks onderzoekt Ine de impact ervan op het individu, de frictie tussen de invloed van het collectief onderbewuste en de eigenheid van de mens. Deze gedachte laat zich niet meteen vangen in een hapklaar beeld. De beeldtaal wordt cryptischer, in zekere zin rijker ook, diverser. Je verstaat niet meteen wat er aan de hand is, welke invloeden je als individu ondergaat alvorens een daad te stellen, of een gedachte te opperen. Wie manipuleert wie? Waar ligt de grens tussen het individu en de invloed van buitenaf? Bestaat die wel?
Dergelijke vragen lijkt Ine ons te willen stellen in haar tweede deel van de reeks. Hoewel ze andere denkpistes bewandelt naargelang ze nieuwe ideeën en inzichten opdoet, blijft de nieuwe reeks in het verlengde van haar eerdere werk. “Universele thema’s als eenzaamheid en leed doorspekken haar werk, maar worden besprenkeld met poëzie, esthetiek en, steeds vaker, humor. Een soort evenwichtsoefening wordt het, een kantelmoment, een aarzeling tussen twee uitersten, tussen twee potentiële staten van zijn. Daardoor juist beide tegelijk”, schreven we ooit over haar werk. Deze vaststelling herken je zeker in de nieuwe reeks, zelfs al ligt de voedingsbodem helemaal elders…
Om te ontdekken…
De nieuwe reeks is alvast nog te zien tot 10 november bij Aporia Gallery in Brussel, klik hier voor alle info.